zaterdag 17 maart 2018

De Wand, Marlen Haushofer, 1968 (2009)

Boekomslag Nederlands vertaling; de vertaling is van Ria van Hengel.
De film DIE WAND, VAN JULIAN POLSNER van 2012 was voor mij genoeg aanleiding om ook het boek te lezen.
Ik werd vooral aangespoord door een zinnetje uit de VPRO-gids: dat de fantastische film de diepte miste van het briljante boek. 
Al lezend ging die opmerking steeds door mijn hoofd. Ik weet nog steeds niet of ik het daarmee eens ben.
Ik herhaal in vogelvlucht hier het verhaal: vrouw van veertig gaat met nicht Luise en haar man Hugo voor een paar dagen naar een jachthut in de bergen. De man en de vrouw gaan 's avonds nog even naar het dorp, maar keren niet terug. Er blijkt een glazen wand opeens te zijn ontstaan, die ondoordringbaar is. Daarachter is alles dood, versteend. De vrouw is op zichzelf aangewezen, en we lezen in een korte, zakelijke stijl hoe ze overleeft: met jagen, hooien, hout hakken, aardappelen en bonen kweken, het verzorgen van haar hond, katten, koe en stiertje. Het loop vreselijk af voor de hond en voor de stier, hoe het met de vrouw afloopt blijft open, de roman stopt als haar schrijfpapier op is.
Oorspronkelijke uitgave. 
De film is vergeleken met het boek, voor mij net zo prachtig en indrukwekkend: dat komt door de beelden van het prachtige landschap.
Het boek biedt natuurlijk meer inzicht in de gedachtewereld van de hoofdpersoon. Zo lezen we, dat ze niet erg gelukkig was met haar kinderen, dat viel mij erg op.
Hoe dan ook is het indrukwekkend te lezen én om te zien, hoe een vrouw overleeft geheel alleen in de natuur, én wat ze daar allemaal bij denkt en voelt. Ook haar omgang met de dieren, waarvoor ze zich verantwoordelijk voelt, is heel mooi.
Om te kunnen overleven, moet ze heel zwaar werk verrichten. Eén voorbeeld daarvan (iets wat haar overigens niet lukt) is een nieuwe deur maken voor de stal van de koe en het kalf. Ze weet niet hoe ze dat moet doen. Maar de koe melken, reeën schieten, hooien met een zeis: ze kan het allemaal.
Hooien met een zeis. 
Mij viel heel erg op, hoe dicht ze bij de dieren staat. Ik houd zelf van dieren, maar kan hun gedrag niet zó lezen als zij het kan. Ze weet wanneer de katten beledigd zijn, wanneer de koe om een stier roept, wanneer de kleine Tiger wil spelen. Ze weet ook al meteen, dat de kleine, langharige spierwitte Perle gedoemd is gauw om te komen in het bos. Het idee van 'een nieuwe familie' (van dieren dan in dit geval) dringt zich al heel snel aan je op: eerst is ze alleen met de hond Luchs, maar dan komt Bella de koe, vervolgens de  kat - die jongen krijgt - en het kalf Stier. Met allemaal heeft ze een geweldige band, beter dan ik ooit ben tegengekomen.
Ik moet in dit verband denken, of dit boek een utopie dan wel een dystopie is. De wand kán natuurlijk helemaal niet, alleen in een Science Fiction-wereld. Heel diep gaat Haushofer daar nergens op in. Iemand betoogde zelfs, dat ze de wand nogal snel accepteert, waarmee het lijkt of hij haar eigenlijk wel welkom is.
 
Dystopisch beeld: Mad Max in een lege wereld. 
Maar terug naar de vraag: is deze toekomst die zij schetst utopisch, of zijn tegendeel? De omgang met de dieren is lieflijk, ook al is het leven alleen hard. Toch kies ik zelf hier voor het woord dystopie, omdat de hele rest van de wereld dood lijkt. De radio geeft geen geluid meer, ze ziet akkers afsterven, hutten overwoekerd raken door brandnetels. Bij alles wat er gebeurt, wordt je heel erg op de eindigheid van alles gedrukt. Hoe lang gaat ze dit volhouden? En hoe moet het straks, als bij voorbeeld de lucifers inderdaad op zijn?
 
Utopia, Thomas More. Bij de dieren lijkt de hoofdpersoon te vinden wat ze in het gewone leven niet had. 
In sommige recensies lees ik, dat mensen het boek een beetje saai vinden, omdat ze vrijwel de hele tijd schrijft over alle werkzaamheden die ze van vroeg tot laat moet verrichten. Bij de al genoemde noem ik nog het boter karnen, en de halfjaarlijkse verhuizing naar de alm; het borstelen van de koe, het schoonhouden van het huis..
Spannend is het ook bij tijd en wijle, bijvoorbeeld als er een geweldig onweer losbarst, dat heel lang in 'de ketel van het dal' blijft hangen. De zware donkere lucht met de gele kleur van zwavel erover zie je zo hangen. Ook wordt ze een keer flink ziek, je leeft intens met haar mee.
Onweer in de bergen.
Dat meeleven wordt misschien wel allemaal dubbel zo indringend door haar omstandigheden. Het grijpt je aan!
Bezinning in de bergen
Ze leest niet meer de misdaadromannetjes of de tijdschriften die in de jachthut liggen. In plaats daarvan leest ze almanakken. Daar wordt ze ook nog wat wijzer van, over de natuur waaraan ze is overgeleverd.
Ze ontdekt nog tal van leegstaande hutten, en zoals die beschreven worden, kun je je de eenzaamheid goed voorstellen: alles stinkt naar muizen, muizen hebben ook alles aangevreten. Hutten en huisjes zijn overwoekerd door brandnetels.
Door brandnetels overwoekerd bankje. 
Meel heeft ze niet meer, alleen die aardappels (waarvan ze steeds een deel moet bewaren als pootaardappel). Ze moet haar behoefte een suiker overwinnen, maar in de zomer eet ze zich de eerste keer ongans aan de frambozen. Gelukkig heeft ze ook nog wat fruitbomen, en eet ze spinazie van brandnetels.
Doden blijft erg voor haar. Dat wordt bijvoorbeeld in de film veel mooier uitgebeeld dan in het boek, je ziet een ree op de rug liggen sterven, met een uitgestrekte poot.

Er zijn tal van interpretaties voor dit boek. Het werd in de tachtiger jaren geadopteerd door de vrouwenbeweging: een feministisch boek dus. Het kan ook gezien worden als een robinsonade. De mooiste interpretatie vind ik dat het een innerlijke grens is die zij getrokken heeft, omdat ze zich alleen bij zichzelf op haar gemak voelde. Het schijnt te kloppen met hoe haar werkelijke leven was, in dit verband zou het boek een 'immigratie in zichzelf' betekenen. Verder is er een mystieke kant: het normale leven is vreselijk, terwijl zij zich hier in haar afgezonderde deel van de wereld langzaam deel van het geheel begint te voelen. Overigens vond ik het mooi aan het boek, dat ze niet in dat gevoel gaat zwelgen, de tweede zomer is ze er niet op uit datzelfde gevoel te willen herbeleven.
Oh ja: het wordt ook nog wel een kattenboek genoemd. Wat wel grappig is, de hond speelt een minstens net zo grote rol. In de film naast de vrouw zelfs de hoofdrol.
Hertenjacht tijdens de bronst. In het boek houdt het burlen van de herten haar wakker. 
Er si verder veel informatie terug te vinden. op BÜCHER-WIKI, en een geleerde meneer schreef een mooie recensie op DEZE SITE.
Daaruit haal ik dit mooie citaat uit het boek:
"Aber dann habe ich mich dem Wald angepasst. Man kann jahrelang in nervöser Hast in der Stadt leben, es ruiniert zwar die Nerven, aber man kann es lange Zeit durchhalten. Doch kein Mensch kann länger als ein paar Monate in nervöser Hast bergsteigen, Erdäpfel einlegen, Holz hacken oder mähen. Einer, der rennt, kann nicht schauen. Seit ich langsamer geworden bin, ist der Wald um mich lebendig geworden. Früher war ich immer irgendwohin unterwegs, immer in großer Eile und erfüllt von einer rasenden Ungeduld, denn überall, wo ich anlangte, musste ich erst einmal lange warten. Manchmal erkannte ich den Zustand unserer Welt ganz klar, aber ich war nicht fähig, aus diesem unguten Leben auszubrechen. Mein bisheriges Leben erscheint mir, wie durch eine unsichtbare Wand, von den anderen getrennt". 
Met andere woorden: het leven achter de glazen wand brengt haar tot de kern van het leven terug, iets wat haar niet lukte in het gewone leven.
Een laatste site met mooie informatie is nog dit Referaat.

Verder vond ik het interessant om te lezen over een biografie over Marlen Haushofer. Die is geschreven door Daniela Strigl, en heet Wahrscheinlich bin ich verrückt. 
Daniela Strigl
De biografie over Marlen Haushofer. 
Voor meer informatie over de biografie zie DEZE SITE.
Overigens vond ik het wel interessant dat er genoeg over haar leven bekend is om te veronderstellen, dat zij een hoop eigen gedachten en gevoelens in dit boek heeft verwerkt. 
Zij was het kind van een boswachter, en heeft een opmerkelijk leven geleid. Te zijner tijd hoop ik daarop terug te komen, ik vind haar interessant genoeg. In elk geval was ze inderdaad niet gelukkig met haar eigen leven, en leefde ze nog in een tijd dat de man in alles de baas was. Zij heeft zich daaraan pogen te onttrekken ook door een soort afstand te scheppen. Een sociaal dier was ze zeker niet!
Het boek was bij het verschijnen geen succes, dat werd het pas in de negentiger jaren. 
Marlen Haushofer is maar vijftig jaar geworden, ze leed aan botkanker. (Wat ze niemand vertelde.)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten