vrijdag 18 augustus 2017

Stig Dagerman, Het verbrande kind, 1948 (vertaling 2006).

De vertaling is van J. Bernlef. Bernlef schreef ook een nawoord bij dit boek. 
De oorspronkelijke titel is: Bränt Barn
Stig Dagerman is het pseudoniem voor Stig Halvard Jansson.

Het verbrande kind is een ander soort roman dan Bruiloftslied van Stig Dagerman. Het is gemakkelijker te volgen. Het geldt als het grootste werk van Dagerman, tevens het meest toegankelijke.
Hoewel....
Het is niet gemakkelijk de hoofdpersoon, Bengt, te volgen in al zijn gedachtenkronkels en/of zijn gevoelsleven. Want ónder wat hij aanvankelijk denkt, gaat later weer iets anders schuil. En daarna nóg weer iets anders, enzovoorts.
 
Zweedse uitgave
Bengt is 19, als zijn moeder sterft. Zijn vader is Knut Lundin, zijn moeder heette Alma.
Vader Knut had al een minnares tijdens het leven van zijn vrouw, ze heet Gun. Achter haar bestaan komt Bengt al vrij snel. Het maakt hem woedend op zijn vader, hij voelt het als een verraad aan zijn moeder. Bengt zelf heeft een verloofde, Berit, van zeventien.
Het eerste hoofdstuk, Een kaars uitblazen, is helemaal opgebouwd rond de dood van de moeder. Een brandende kaars staat centraal, die verbeeldt de aanwezigheid van de moeder bij het begrafenismaal van vader, zoon en verloofde, en zusters van de vader. Het is aan die kaars dat Bengt zijn handen brandt.
Ik keer dan even terug naar het motto van het boek:

Het is niet waar dat een kind
dat zich gebrand heeft
het vuur schuwt.
Het wordt naar het vuur getrokken
als een mot naar de kaars.
Het weet z\dat het zich weer zal branden
als het te dichtbij komt.
Toch komt het dichterbij. 
Nog een Zweedse uitgave
Dat is ook precies wat er gebeurt in het boek: Bengt wordt aangetrokken tot Gun, in wie hij tevens zijn moeder herkent. Zij is ouder. Als beelden gebruikt Dagerman dat van de tijger die de gazelle verslindt, maar ook heeft hij het over een hondjes-maatschappij. Een valse maatschappij. Gun ziet hem op een geven moment als een hond.
Daarmee is de zuiverheid waarmee het boek begint, en waarop Bengt zo dol is, wel weg. Ik neem een stukje citaat over:
Ik laat hier nog een citaat volgen uit het einde van de roman; het thema 'zich branden' keert hier weer terug:

We weten dat de woestijn groot is, maar we weten ook dat in de grootste woestijnen de meeste oases zij. Voor die wetenschap moeten we veel betalen. Een vulkaanuitbarsting is de prijs. Dat is duur, maar er bestaat geen lagere prijs. Daarom zullen we de vulkanen zegenen en hen dankbaar zijn omdat hun schijnsel zo sterk is en hun vuur zo heet. We zullen hen bedanken omdat zij ons verblind hebben want pas als wij verblind zijn krijgen we ons ware gezichtsvermogen. En we zullen hen ook bedanken dat we ons verbrand hebben want pas als verbrande kinderen kunnen we anderen verwarmen. 
(Eindelijk is hij lief tegen Berit, en verwarmt hij haar, ze had het altijd koud. - Al is dit ook maar één ding in zijn leven.)
Een eerdere Nederlandse uitgave.
De roman laat een afwisseling zien van 'gebeurtenissen' in het leven van Bengt en van brieven van zijn hand. In het begin zijn het allemaal brieven aan zichzelf. Daardoor leren we zijn innerlijk helemaal kennen. Hoe 'raar' dat ook is.
Het hele boek bestrijkt precies een jaar.
Bengt hield enorm veel van zijn moeder, en kan het niet uitstaan dat hij voelt dat zijn vader die liefde niet zo voelde. Hij merkt snel dat er een minnares in het spel was. Hij is op wraak uit op die vrouw.
Maar het omgekeerde gebeurt: hij blijkt vreselijk verliefd op haar te zijn geworden. en zij op hem. Ze brengen een paar weken samen door op het eiland dat zij heeft. Dat brengt aanvankelijk alle geluk van de wereld, maar ook dat verandert. Als je lang bij elkaar bent, ga je elkaar vanzelf haten. Hij ziet bijvoorbeeld dat ze oud (en lelijk) is. Bovendien ontdekt hij dat Gun ooit nog een andere minnaar had. Die Erik was ook nog eens de minnaar van zijn moeder Alma. Dus wie kan je nou helemaal vertrouwen in het leven? En wat als je ook jezelf niet meer vertrouwt?
Uit kwaadheid vermoordt Bengt de hond. Gun slaat hij in het gezicht met de koppel van de hond. Gun ziet in hem 'een jonge moordenaar'. Met soms het uiterlijk van een hond.
Gun en Knut trouwen. Bengt en Berit gaan samenwonen.
Bengt doet een zelfmoordpoging, hij snijdt zich diep in de polsen met een scheermes. Hij wordt gered, en voelt zich warm en vol liefde; zie het citaat boven.

Knut is beslist geen aardige jongen. Hij knijpt zijn verloofde, of laat haar expres alleen.
Voortdurend speelt angst een rol.
Bengt zoekt zuiverheid, maar vindt die niet.
Vroege Zweedse uitgave
Ik schreef het al eerder: Dagerman is geen vrolijke jongen. Maar zijn boeken zijn fantastisch!
De zinnen zijn allemaal kort, en lopen heel ritmisch. Je raakt helemaal gebiologeerd door wat er in die Bengt omgaat.
Stig Dagerman (1923-1954) aan het werk. 
En hier met zijn dochtertje. 
Afschuwelijk dat hij al zo jong stierf. Hij flirtte zijn leven lang met de dood, en pleegde zelfmoord in de garage van zijn eigen huis. Verstikking met uitlaatgas. Dagerman werd maar 31 jaar. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten