zondag 4 december 2016

Handel ondanks sancties, Trouw, 1 december, Marjon Op de Woerd.

De Nationale Veiligheidsraad werd het deze week eens over nieuwe strafmaatregelen tegen Noord-Korea. Ondanks de al jaren geldende strenge sancties blijft het land een handelsnatie.  
2013, Rusland heropent de trein naar Noord Korea.
Beelden van de militaire parade, 2012. Noord-Korea blijft extreem nationalistisch, chauvinistisch, militaristisch en stalinistisch conservatief. 
Zo ligt Korea tegen China aan; de rivier de Yalu vormt de grens tussen China en Noord-Korea. Tussen de beide Korea's ligt een gedemilitariseerde zone. 
Alweer zo'n muur; Noord en Zuid Korea. 
Deze brug werd vernietigd tijdens de Koreaanse oorlog, 1950-1953. Hij verbond de oevers van de Yalu, dus Noord-Korea en China. Naast deze ruïne werd de Vriendschapsbrug opgebouwd, die nu een voorname handelsweg is. De Koreanen lieten de kapotte brug liggen, opdat de Amerikanen niet zouden kunnen ontkennen dat ze hem gebombardeerd hadden.
Verderop een foto van nóg weer een nieuwe brug, die door China is gebouwd en geschonken aan Noord-Korea. Maar die komt daar uit in het open veld, en is dus onbruikbaar. Noord Korea wil wel handel drijven, maar alleen precies wanneer ze dat zelf bepalen. Vooralsnog weigeren ze een aansluitende weg aan te leggen.
Groot plein in Sinuiju, Noord-Korea.
Nog weer een parade. 
Op dit plaatje is goed te de ligging van de beide Korea's te zien ten opzichte van Japan.
Nog een keer de verwoeste en de nieuwe Vriendschapsbrug
Spoorbrug bij Ji'an
Het artikel in de Trouw gaat voornamelijk over de Chinese plaats Dandong, en over de Yalu-rivier, grensrivier.
Over de Vriendschapsbrug rijden vrachtwagens vol televisies, koelkasten, en bakstenen vanuit China naar Noord Korea. Naar schatting passeert zo'n 70% van de goederen hier de grens. Pyongyang kreeg sancties opgelegd na de kernproeven, maar de handelsstromen verdwenen allerminst. Pyongyang houdt wel de regie. Noord Korea exporteert zijn arbeidskrachten naar China, Dat, en de dichte brug doen onderzoekers Christopher Green en Adam Cathcart steeds voor onderzoek naar Noord-Korea trekken. De een spreekt vloeiend Mandarijn, de ander Noord-Koreaans. Ze opereren zeer voorzichtig, één van hen geeft zich uit voor de fabrikant van cello's, die op zoek is naar hout.
Tegenwoordig zijn ze bezig met het 'nieuwe Dandong', een uit de grond gestampte wijk die de handel met Noord Korea en China een nieuwe impuls moet geven. 
Ze betreden er een duur Noord-Koreaans restaurant. De bediening is keurig, maar ze mogen niets vragen aan de drie dames. Dat zou hen maar in gevaar brengen. De meisjes houden elkaar in de gaten en rapporteren over elkaar. Ze praten over hun 'fantastische thuisland' Pyongyang dat ze missen. 
Meisje bij het restaurant, in gehuurd Koreaans kostuum.
In het buitenland werkende Noord-Koreanen mogen daar twee tot drie jaar blijven. Degenen die in Dandong werken hebben veel geluk, je kunt ook terecht komen ergens ver weg in Rusland of in Cambodja. Of werken tegen een miniem salaris in Zuid-Korea.
Het restaurantwerk is nuttig voor de vrouwen om Chinees te leren spreken. Handig voor de toeristenindustrie, als ze straks weer terug zijn in Pyongyang.
Het nieuwe Dandong: leeg.
Alleen zij die loyaal genoeg zijn aan het regime mogen naar het buitenland. En toch vluchten er dan tóch nog mensen.
Noord-Korea neemt veel geld van de in het buitenland werkende Noord-Koreanen af, omdat andere inkomsten van de staat zijn afgenomen door de zware VN sancties. Noord-Korea verdient naar schatting ruim 1 miljard euro per jaar aan dwangarbeiders in het buitenland. 
Noord- Korea en China werken samen, Noord-Koreaanse zakenpartners helpen hun Chinese collega's aan lucratieve zakenrelaties, in ruil daarvoor krijgen zij een voorkeursbehandeling in China. Ze betalen lage huren of hun schulden worden kwijtgescholden. Een percentage van dat in Chinese munteenheid betaalde geld wordt nar Pyongyang gesluisd. Kim Yung-un is geen alleenheerser, alle bestuurders om hem heen krijgen (eisen) hun deel. 
De nieuwe Yalubrug moet de files oplossen die er nu staan in de stad. Maar het nieuwe Dandong is moeilijk te bereiken, merken Green en Cathcart. Toch komen ze er wel, per taxi. Green probeert te handelen over cello-hout. Er valt te praten over import vanuit China naar Pyongyang. Er volgt een rijke zakenlunch met volop drank, sushi en andere Japanse lekkernijen in een ontspannen sfeer. Green vraagt naar de aanwezigheid van zo'n 20.000 werkkrachten, die in de grensstad aanwezig moeten zijn. Hij praat over een denkbeeldige fabriek in Zuid-Korea, een kledingfabriek, die vele arbeiders nodig heeft. De vraag wordt eerst omzeild, dan herhaald: het gaat om Zuid Koreaans geld, Chinese grond en Noord-Koreaanse arbeid. Opnieuw klinkt een weigering, maar later blijkt er toch over te praten. Het is hier: het een zeggen, en het ander bedoelen. 
Hoewel er handel is, houdt Noord-Korea de touwtjes strak in handen. De nieuwe wijk is nog leeg, de straten zijn stil, de brug ligt al twee jaar ongebruikt en heeft nog altijd geen aansluiting op het land in Noord-Korea (d.w.z. hij eindigt in een open veld).Volgens Green en Cathcart kan er van alles aan de hand zijn. Misschien ligt er goede landbouwgrond aan de Koreaanse kant; of het land is van het Noord-Koreaanse leger; of ze willen er meer geld voor.
Openstelling van de brug en daarmee van de stad kan de hele regio transformeren. Het is een spel van aantrekken en afstoten. De Noord-Koreaanse strategie is er een van controle.

Chinese toeristen bezoeken de stad Dandong in overvloed. Er zijn eendaagse trips te doen naar de Noord-Koreaanse stad Siniju.
De nieuwe Yalu-brug, nog ongebruikt. 
Grapje: de bekende Delta-Lloyd reclame.
Nog maar een grapje. 
Marjon Op de Woerd, auteur van dit stuk.
Dr. Adam Cathcart, eigentijdse Chinese geschiedenis, universiteit van Leeds.
 
Christopher Green, Universiteit Leiden, research North Korean Economy.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten