woensdag 6 juli 2016

Onrust, Het leven van Jacob Israël de Haan, Jan Fontijn, 2015.

'Rusten in 't leven kan ik niet.'
- Jacob Israël de Haan
Jacob Israël de Haan kwam weer in mijn aandacht door het boekje van Arnold Zweig, De Vriendt keer weer.
Zoals ik daar al schreef, is er toevallig verleden jaar een biografie over De Haan verschenen; het hier vermelde boek Onrust. Ik moest dat natuurlijk bekijken.
Het boek van Fontijn. Op de omslag De Haan in Arabische kleding.
Het is een enorme pil van 685 pagina's. Eerlijk gezegd heb ik het boek niet van a tot z gelezen.
Maar wel heerlijk erin gegrasduind: dat is ook wel eens leuk.

Allereerst de titel: Onrust is gekozen omdat die wel bij uitstek het levensthema van De Haan was. Nergens heeft hij het met zijn levenshouding 'uitgehouden', niet bij de socialisten, niet als leraar, niet bij de zionisten. En waar hij zich wel thuis voelde, in de homoscene - voor zover die toen bestond - of als orthodoxe jood, was hij gespleten. Hij kon niet onbekommerd genieten van de homo-erotiek omdat dat een enorm schuldgevoel met zich meebracht. Dan 'jojo-de' hij weer terug naar de strenge leer.

Hij was zeer verknocht aan zijn zusje, Carry van Bruggen. Zij beschrijft haar verhouding met hem in hun jeugd in Eva (De Haan is daar David). Zij woonden o.a. in Zaandam, aan het Dampad, dat Carry beschrijft in 'Het huisje aan de sloot.'
Boekomslag, met in de verbeelde tekening het ouderlijk huis in Zaandam.
Het echte huisje aan de sloot, Dampad, Zaandam. Het eerste huisje links is het 'huisje aan de sloot' (nummer 38).
NB: hoe het werkelijk zit weet ik niet: in het boek staat de foto in spiegelbeeld!  
De geschiedenis van zijn boek Pijpelijntjes komt al aan de orde in het blog over Arnold Zweig. Pijpelijntjes (de naam slaat terug op De Pijp waar De Haan toen woonde) bracht nogal wat opschudding te weeg. Ik zou daar het boek Pathologieën aan toe kunnen voegen, dat ook door sommigen flink bekritiseerd werd. Zo wees zijn vriend Van Eeden het boek af. Hoofdonderwerp is een zoon die verliefd wordt op zijn vader en ten onder gaat.
Het lijkt me dat dit een nieuwere uitgave is. Onderwerp van dit boek is ook weer: de homoseksualiteit. Niemand was blij met De Haans directheid. Wel waren er veel andere homo's, bijvoorbeeld Aletrino, Couperus. Aletrino verwijderde zich van De Haan na de Pijpelijntjes. Aletrino werd in het boek herkenbaar beschreven als homoseksueel, maar hij kwam daar geenszins voor uit in het echte leven.
Pathologieën wordt gerekend tot de decadente literatuur.
Van De Haan wordt verteld dat hij een enorme werkkracht had. Hij publiceerde zijn leven lang veel essays, boeken, gedichten. Hij was eerst leraar Duits, en zat in de SDAP, als bewogen socialist. Later studeerde hij rechten, en promoveerde hier ook in. Hij leerde Hebreeuws, toen hij naar Palestina verhuisde, en eenmaal daar leerde hij ook Arabisch. Niet alleen omdat hij dol was op de mooie Arabische jongetjes - vooral die jongens met paarden in de weer waren - maar ook omdat hij inzake de Palestijnse kwestie begrip kon opbrengen voor de Arabieren. Juist dat laatste werd de reden voor de Zionisten om hem te vermoorden.  
Jan Fontijn, auteur. Hij schreef ook over o.a. Carry van Bruggen. 
Tekening Jacob Israél de Haan, door Maurits de Groot, 1918.
Eerste bericht van zijn dood.
Ik vond het aandoenlijk te lezen hoezeer De Haan geleden heeft in zijn jeugd onder het antisemitisme. 'Joodje' en 'smous' waren gebruikte scheldwoorden; er werd neergekeken op de armoede van joden; joodse kinderen kregen een aparte plaats in de klas; joodse gebruiken werden bespot; onderwijzers maakten denigrerende opmerkingen tegen joodse kinderen. Daarbij kwam nog, dat De Haan leed aan een slechte gezondheid, hij had veel hoofdpijn en had de Vitusdans, een aandoening van het zenuwstelsel die onder andere ongecontroleerde bewegingen met zich meebracht. 
De Haan trad in het huwelijk met een Amsterdamse arts, Johanna van Maarseveen: Hans. Zij heeft werkelijk van hem gehouden. Voor hem was het een voordeel dat zij arts was, omdat zij hem kon helpen met al zijn kwalen. Zij heeft hem erg gemist toen hij in Palestina zat.  
Jacob Israël met zijn zus, Lientje (Carolientje), haar man Kees van Bruggen en hun kinderen. Het kindje in het midden is een vriendinnetje, las ik in het boek. 
De Haan schreef zijn leven lang kwatrijnen, die bij elkaar een soort dagboek vormen. Er zitten prachtige gedichten in, maar ook rijmelarijen. 
De Haan wordt heel verschillend beoordeeld. Abel Herzberg, zionist, moet niet veel van hem hebben, wat voor een groot deel terug te voeren is op De Haans houding in die politieke kwestie. Maar bijvoorbeeld Bloem schrijft heel invoelend, en noemt de bundel Kwatrijnen van De Haan diens hoofdwerk, en tevens het hoofdwerk van de Nederlandse poëzie! Honderden kwatrijnen behoren volgens Bloem tot het ontroerendste wat de Nederlandse poëzie heeft voortgebracht. 

Ik vond het ontroerend wat ik las over De Haans reizen naar Rusland. Hij ondernam er drie in de jaren 1912 en 1913. Directe aanleiding was de ontmoeting met Kropotkin, die The terror in Russia had geschreven. De Haan ging er samen met zijn vrouw Hans heen, met het doel de toestand van de Russische gevangenen te beoordelen. Dit viel toen uiteraard nog onder de verantwoordelijkheid van de tsaar.
Tijdens die reizen maakte de gevangen gymnasiast Georges Dmitrenko veel indruk op hem. Ze werden vrienden.
Frederik van Eeden, hij was de beste vriend van De Haan.
De Haans grote vriend Frederik van Eeden hield zich ook bezig met de Russische gevangenissen, ook in  Siberië. De Haan maakte reportages, die hij bundelde in In Russische Gevangenissen. Hij mocht niet naar Siberië. Ook Carry van Bruggen schreef over dit onderwerp, in De verschrikkingen der Russische Gevangenissen. 
Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog kwam er een einde aan het contact van De Haan met Rusland. Overigens werd hij wel al door de Russen in de gaten gehouden. 
Het boekje met de reportages van De Haan.
De Haan ging rechten studeren, en promoveerde op de zogenaamde significa in de rechtspraak, in het proefschrift Rechtskundige Significa. De significa vormden een onderwerp dat hij had leren kennen op een reis naar Engeland, die hij met Van Eeden had ondernomen. Significa zijn woorden waarmee we invloed uitoefenen op andere mensen.

De Haan stond in verbinding met allerlei andere schrijvers, van wie ik al noemde Van Eeden en Aletrino. Ook Verwey en Kloos kunnen hier nog genoemd worden.  
Albert Verwey
In het boek van Arnold Zweig wordt zo mooi verteld dat De Haan een manuscript dat mogelijk belastend voor hem kon zijn (hij was al een paar maal met de dood bedreigd om zijn pedofilie) in zijn aktentas had gestopt, en van toen af elke dag bij zich droeg.
Zo liep hij in Jeruzalem rond, met die onafscheidelijke tas...
Hij werd met drie pistoolschoten om het leven gebracht, vlak bij een ziekenhuis. De tas zat toen, volgens Zweig, onder het bloed. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten