zondag 15 mei 2016

Zink, David van Reybrouck, 2016.

Boekenweekessay van dit jaar
Met veel plezier dit kleine werkje gelezen over een taartpuntje land, dat bestaan heeft van 1816 tot 1919 als een zelfstandig ministaatje. Het was door grensverdragen ontstaan, onder de naam Neutraal Moresnet, en het stond onder gemeenschappelijk Nederlands en Pruisisch bestuur.

Het eigenaardigste van de geschiedenis van dit landje is, dat er een gecombineerde regering zat. Dat betekende, dat toen er oorlog uitbrak, de ene Moresnetter aan Belgische kant streed, de ander aan Pruisische kant. Aan het eind van de oorlog waren de Moresnetters die gevochten hadden, er als de kippen bij om te beweren dat ze aan de goede (de Belgische) kant gestreden hadden. 
Er werd over de hoofden van de inwoners heen beslist, ze hadden zelf niets uit te maken.

Van Reybrouck vertelt die geschiedenis aan de hand van het levensverhaal van Emil Rixen. Geboren 14 februari 1903 uit een ongehuwde moeder, die om haar schande te verbergen naar Moresnet wegtrok. Naar Kelmis, om precies te zijn, waar een belangrijke mijngroeve was voor de winning van zink. Werkgelegenheid!
Ze voedt haar kind niet zelf op, maar geeft hem aan een pleeggezin.  
Er is een website, www.moresnet.nl, met alle informatie over Moresnet. Dit plaatje, en ook enkele andere op mijn blog, heb ik daar vandaan. Hierboven: gebouwen bij de mijn.
Van Reybrouck noemt de 19e eeuw de eeuw van het zink. Emmers, teilen, dakgoten, regenpijpen, badkuipen: het was allemaal van zink. Zink was een uitvinding van Paracelsus. De winning in deze mijn gaat terug tot waarschijnlijk al 1344. Pas in de 18e eeuw kende men het procédé in Europa om zuiver zink te distilleren. (In Azië was men daar al veel eerder mee.)
Schilderij door Jean-Baptiste Bastiné uit 1843 van de zinkmijn te Kelmis
Terrasbouw
Behalve met het winnen van zink hielden de bewoners van Kelmis (of Altenberg) zich ook bezig met heel veel drinken. En met alcohol stoken en smokkelen. 
Verder was men actief met het studeren van Esperanto. Het ging zelfs zo ver dat Moresnet de wereldhoofdstad van het esperanto moest worden. De gedachte was, dat een neutrale staat een neutrale taal moest hebben. Het volkslied was in het esperantpo.
De oorlog spleet het dorp in tweeën, soms liep de scheiding door één straat, ja zelfs door één gezin! De een strijdt aan Duitse kant, de ander aan Belgische. 
Emil moet ook in dienst. In de Eerste Wereldoorlog strijdt hij aan Belgische zijde. Maar dat blijft niet zo. Als vanzelf krijgt hij een andere nationaliteit, de geschiedenis bepaalt dat zo voor hem. 
Na de Grote Oorlog leert hij het bakkersvak en sticht een gezin. Maar hij moet weer in dienst voor de Tweede Wereldoorlog! Dit keer wordt hij door de Duitsers opgeroepen. 
Oude ansichtkaart van het vierlandenpunt.
Dichtgemaakte mijningang 
Dat gebeurt in 1943. Emil  is dan al 40 jaar, en vader van 7 kinderen. Hij wordt naar de Hoge Venen gestuurd (Ardennen). Daar neemt hij de benen, maar pas als de Amerikanen de Duitsers hebben teruggedrongen, durft hij weer naar huis te gaan. Toch wordt hij aldaar gevangen genomen en vast gezet... omdat hij een Duitse soldaat was geweest!
Hij komt terecht in Frankrijk, Cherbourg, als krijgsgevangene. Hij wordt gezien als collaborateur, en leeft in erbarmelijke omstandigheden tussen de nazi's. Het is een afschuwelijke tijd, hij zal er in zijn latere leven niet meer over praten. 
Na de oorlog stopt de zinkproductie, de mijn is niet langer rendabel. Emil gaat ook uit het bakkersvak, hij verdient meer in de wolfabriek te Verviers. Hij krijgt er nog een paar kinderen bij, in totaal heeft hij er elf. Zijn kinderen kennen hem vrijwel alleen als een stille man, hoestend en rochelend, een vroeg versleten maan die maar uit het raam zit te kijken. Na dit tragische leven sterft hij ten slotte in 1971.
Gemeentezegel Kelmis 
Mijn in bedrijf 
Eigen vlag van Moresnet; zo was er ook een eigen postzegel. En een volkslied, in het Esperanto, dat daar beoefend werd. Neutraal landje, neutrale taal. 
Nog enkele opmerkingen: Pruisen en Nederland konden dit gebied niet delen vanwege de rijkdom aan erts. 
Verder: 'Emil Rixen is de grenzen niet overgetoken, de grenzen zijn hem overgestoken,' zegt Van Reybrouck. De geschiedenis doet soms veel met gewone mensen, dat heeft hij willen laten zien.
Ten slotte: Toen hem werd gevraagd het boekenweek-essay te schrijven, zocht hij een raakvlak tussen Nederland, België en Duitsland. Neutraal Moresnet was dat bij uitstek, en zelf letterlijk!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten