dinsdag 8 maart 2016

Jheronimus Bosch, Visioenen van een Genie, Expositie 's Hertogenbosch 2016.

Afgelopen vrijdag bezochten wij de tentoonstelling met de werken van Jeroen Bosch en zijn navolgers.
Catalogus
Ja, het was druk, zoals te verwachten viel. Bij binnenkomst ontstond bij de eerste vitrine al een verkeersopstopping. Het leek ons verstandig uit de rij te stappen en maar rond te gaan kijken op plaatsen waar wél ruimte was.
Om eerst maar een globale indruk weer te geven: er was véél te zien. Niet alles is van de hand van Jheronimus zelf, er zijn ook werken van navolgers, of van 'de werkplaats van Jeroen Bosch'. Ook stonden er bijvoorbeeld beelden, die als pilaartjes hadden gediend voor de doopvont in de Sint Jan. Ook erg mooi, ze stelden kreupelen voor.
'Stilistisch sluiten ze goed aan bij het werk van Bosch en bij dat van bouwmeester-graveur Alart Duhameel,'  vertelt het boekje met nadere informatie. Verder lagen er boeken, bijvoorbeeld een getijdenboek, een bijbel, een oud exemplaar van de Elcerlyc en een rekeningenboek. Dat laatste bevatte een regel waarin vermeld stond dat Jheronimus van Aken op kosten van de Illustre Broederschap van Onze Lieve Vrouwe op 9 augustus 1516 begraven werd.
Waar zijn graf is, is overigens niet bekend.
Om een klein beetje een beeldte geven van de tentoonstelling, loop ik die in gedachten nog eens na, aan de hand van de catalogus. Dat boek van € 29,95 is een mooi bezit, zeker niet duur ook. Alle schilderijen en tekeningen staan erin, vele met uitvergrote details.

In 1967 is er al eerder een overzichtstentoonstelling in Den Bosch geweest van Jeroen Bosch; ook in 2001, in het Museum Boymans. Toen is besloten tot een onderzoeksprogramma, dat de titel kreeg Bosch Visions. De huidige expositie is het eindresultaat van dat onderzoeksprogramma. Visiones de un genio zal ook in het Prado te zien zijn, straks. De Spanjaarden hebben hun 'El Bosco' dan helemaal compleet, want de Tuin der Lusten leenden zij niet aan ons uit. Wij moesten het doen met een nagevolgde tuin.

Jheronimus Bosch leefde in twee werelden, de werkelijkheid, en die van de verbeelding. Hij leefde artistiek geïsoleerd, maar werd wel zeer gewaardeerd en ook veel gevraagd. Hij leefden vermoedelijk van 1450 tot 1516; toen hij stierf was hij 60 of 65 jaar oud. Hij overleed waarschijnlijk aan de een of andere besmettelijke ziekte. Zijn vrouw, Aleid van de Meervenne, met wie hij in 1480 trouwde, overleefde hem zes jaar. Ze hadden samen geen kinderen.
Zijn grootvader Jan van Aken en vader Antonius van Aken waren ook schilder. Jeroen heeft aan de Grote Markt gewoond, eerst bij zijn vader, toen aan de deftiger noordkant met Aleid. Daar staat nu nog een standbeeld van hem.
Standbeeld Markt Den Bosch; het pand links achter hem met een brillenwinkel beneden is onlangs ingestort; het trok veel bekijks.
Hij werd een gezworen lid van de Lieve Vrouwe Broederschap, dat was een elitaire kerngroep van een religieuze vereniging. Bosch' uitvaart werd door hen betaald.
Van Jeroen Bosch zijn in totaal 25 panelen en triptieken overgeleverd, en bijna evenzoveel tekeningen. Dat is niet veel, gezien zijn arbeidzame leven, dat zo'n 60 jaar beslaat (hij begon vroeg). Hetgeen betekent dat er heel veel werk van hem verloren moet zijn geraakt.

De tentoonstelling is in delen opgedeeld:
I. Levenspelgrimage
De schilderijen waarin Bosch de mens tekent als op weg door het leven. hij geeft geen moraliserende lessen, maar houdt de mens een spiegel voor: exempla contraria, voorbeelden die hij beter niet kan navolgen. Want overal loert het kwaad. Beroemd zijn Bosch' monsters, die veelal het kwaad verbeelden.
Mooie voorbeelden in dit thema Levenspelgrimage  zijn de Landloper (ook wel de Marskramer genoemd), het Narrenschip, en de Hooiwagentriptiek.
Men herkende in de landloper de parabel van de verloren zoon 
Bosch bewijst dat hij op de grens van Middeleeuwen naar Renaissance staat; dit valt af te leiden uit zijn ondertekening met zijn naam - dat deed een middeleeuwer niet - maar ook bijvoorbeeld uit die Hooiwagentriptiek. Altaarstukken als triptieken kwamen vaak voor, maar een stuk met een wereldse afbeelding, zoals deze, was volslagen nieuw.
De dood en de vrek is een ander voorbeeld van het thema levenspelgrimage. Vergelijk dat met de Elcerlyc en de Ars Moriendi, twee bekende boeken. Er bestaat ook een boek Het Narrenschip, uit 1497, van Sebstian Brant. Het feestvieren op het schip is een wankel tijdverdrijf, het kan gemakkelijk ter helle doen varen.

II. Bosch in 's Hertogenbosch
De stad tijdens Bosch' leven. Godsdienst, politiek en handel waren belangrijk. Jheronimus leidde een religieus leven, en stond onder sterke invloed van de Moderne Devotie, die een christelijke heilsboodschap bracht.
Dat hij lid werd van de Broederschap was een enorme stap omhoog op de sociale ladder. Toch was Bosch niet arm, maar zeker niet rijk.
Voor de kerk maakte hij vele altaarpanelen, zoals Johannes op Patmos,
Johannes op Patmos
Verder onder andere een paneel Johannes de Doper. en een Ecce Homo-triptiek.
Behalve werk van de meester zelf hangen er ook werken van 'de werkplaats'  oftewel navolgers.

III. Het leven van Christus.
Dit was ook een thema voor Bosch. Ik heb onthouden:
het Christuskind
de Kruisdraging
de Aanbidding door de Koningen, en nogmaals het Ecce Homo.
Ecce Homo; 
de figuren van de opdrachtgevers links vooraan zijn (al weer lang geleden) uitgewist

IV.Bosch als tekenaar.
Deze afdeling vond ik bijzonder aantrekkelijk. Volgens de catalogus kom je de kunstenaar hier zeer nabij, en misschien heb ik dat wel gevoeld. Sommige tekeningen zijn later gebruikt voor het maken van schilderijen, maar er zijn er ook die uit een zelfstandige scheppingsdrang voortkomen.
Bijzonder vind ik Het veld heeft ogen en het bos heeft oren, en het Uilennest. Bosch had een bijzondere belangstelling voor uilen.
Het woud heeft oren, het veld heeft ogen. 
Verzamelblad monsters 
Verzamelblad heksen; te zien is dat er met Bruegel ondertekend is, zie tekst.
Uilennest
Opvallend vond ik in deze afdeling ook het modelblad met heksen/oude vrouwen. Het is ondertekend met Bruegel, manu propria, dat betekent eigenhandig. navraag bij Tessel leerde mij, dat een signering niets hoeft te zeggen, dat deden eigenaren soms. Hetzelfde las ik in de catalogus, een 16e eeuwse eigenaar heeft dit zo ingevuld. Ik weet niet hoe ze dan toch weten dat het een Bosch is.
Het is heel prettig dat de catalogus de tekeningen vergroot weergeeft, of details eruit.
Opmerkelijk was ook, dat er twee tekeningen waren die zo vervaagd zijn, dat wij er niets van konden maken.

V. Heiligen
Uiteraard ook een thema voor een religeus geïnspireerde schilder. Ik noem de heilige Christoffel, en de Wilgefortistriptiek. Deze is erg mooi gerestaureerd.
Christoffel
De Heremietentriptiek is mooi, en op deze afdeling vind je natuurlijk ook de verzoeking van de heilige Antonius, het schilderij waarvan pas sinds kort bekend is dat het van Bosch zelf is.
Verzoeking van de heilige Antonius
Nummer 88, ook een verzoeking van Antonius, is een lege plek gebleven, het Prado heeft het niet geleverd, ik weet niet waarom niet.

VI. Het einde der tijden
Dit is een heel mooi onderdeel. Tessel wees me erop dat Bosch zo mooi vuur kon schilderen. Dat kan je hier goed zien, in één van de Visioenen van het Hiernamaals. Hier zijn te zien de tenhemelopnemking van de heiligen, het aards paradijs, de val van de verdoemden, en de rivier naar de hel.
Ook het laatste oordeel is een schilderij van Bosch.
Rechterluik van tuin der lusten
Visioenen van het hiernamaals

Het laatste oordeel, bosch
Uit de verzoeking van de heilige Antonius
Het was heel prettig dat er video-opnames te zien waren; niet alleen kon je hier terecht als er weer een file was ontstaan, de opnames waren ook zeer verhelderend: bijvoorbeeld de detailvergelijking tussen het Ecce Homo van Bosch met die van de werkplaats. Of de samenstelling van het altaarstuk, waarvan de twee Johannespanelen deel uitmaken. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten