dinsdag 22 september 2015

Refrein van de honger, J.M.G. Le Clézio, 2010 (2008)

Nederlandse editie, 2010 
Het Franse origineel, 2008.
Nieuwsgierig geworden door het boek Diego en Frida haalde ik dit boekje Refrein van de honger uit de bibliotheek. Het is een vertaling van Maria Noordman van het boek Ritournelle de la Faim.
Het boek begint magistraal, met een beschrijving van iemand met honger die eet.
Ik citeer hier een stukje dat gaat over melkpoeder, uitgedeeld door het Rode Kruis:
De melkpoeder waarover Le Clézio schrijft.
"Voor mij staat dat (die melkpoeder, AdW) lange tijd voor de zachtheid zelve, zachtheid en rijkdom. Ik schep het witte poeder met volle lepels uit het blik en ik het op, tot ik er haast in stik. Ook dit is geluk voor mij. Geen enkele room, geen enkel gebak, geen enkel dessert heeft me later zó gelukkig gemaakt. Het is warm, compact, een ietsje gezouten, het knispert tussen mijn tanden, tegen mijn tandvlees, en loopt als een dikke vloeistof mijn keel in."
De slotregel van dit stuk, getiteld  'Ik weet wat honger is'  vermeldt, dat het verhaal dat nu volgt om een andere honger gaat.
Ik heb het verband eerlijk gezegd niet goed kunnen vinden; zie verderop.
Van internet haalde ik de informatie, dat Le Clézio met dit boek een portret van zijn moeder maakte. Hij noemt zijn romanpersonage Ethel Brun. Ze is geboren op Mauritius, en verhuist met haar familie naar Frankrijk. Het boek begint in 1931, Ethel is dan 10 jaar oud.
Locatie Mauritius
Ze heeft een heel liefdevolle verhouding met haar oudoom Soliman. Tussen de regels door lezen we dat zij weinig aan haar ruziënde ouders heeft, des te meer aan deze oom. Hij koopt 'het paarse huis', de planken onderdelen van een Frans-Indiaas huis, waar Ethel en haar oom zo van genoten hebben op de wereldtentoonstelling.
Maar de planken blijven in de tuin liggen, en oudoom Soliman overlijdt.
Intussen is er een nieuw meisje op school gekomen, Xenia, dochter van gevluchte Russische adel. Ethel hangt aan dit meisje als aan een wonder, omgekeerd merken we dat Xenia nauwelijks interesse opbrengt voor het wel en wee van Ethel. Ze lijkt er echter niet onder te lijden.
Ethel erft het hele bezit van oudoom Soliman, maar haar vader Alexandre ontfutselt haar al dat geld. Flierefluiter die hij is, liegt hij zijn eigen dochter maar wat voor, belegt het hele kapitaal in de verkeerde dingen en bedriegt bovendien zijn echtgenote. Bijna al het geld verdwijnt, het beetje dat overblijft dankt Ethel aan zichzelf.
Xenia verdwijnt geruisloos van het toneel, we zien Ethel vrij opeens als een adolescent die haar vader nu en dan de les leest.
Een verschijnsel dat een steeds prominentere plaats inneemt in het boek zijn de salonbijeenkomsten van de familie, met alle tantes. Daar wordt ook de politiek besproken, Hitler wordt bewonderd.
Ethel neemt een afgezonderde plaats in in de familie. Ze krijgt een relatie met Laurent, die ook al afwijkt van de familie-mening in de salon.
De familie wijkt uit naar Nice, er is tijdens de oorlog honger en ellende. De minnares van Alexandre is er verschrikkelijk aan toe, maar draagt haar zware armoede én honger heroïsch.
In dit boek las ik voor het eerst van de deportatie van de Joden naar het Vel'd'Hiver; schrijfster Tatiana de Rosnay.
Het boek eindigt met een overzicht van alle ellende de Joden aangedaan, speciaal de verzameling van de Joden in het wielerstadion. Ik kende die geschiedenis zoals zoveel mensen alleen uit Haar naam was Sarah. In dít boek (van Le Clézio) komt het een beetje uit de lucht vallen, het enige verband is de sympathie van de foute familieleden met Hitler.
Zoals een recensent schreef: het verhaal begint spannend, maar eindigt erg traag. (Mijn woorden, wel die strekking.)
Het verhaal wordt een hommage aan de moeder, omdat zij dwars tegen alle denkbare tegenslag in, de familie weet te redden van de totale ondergang, en zelf een normaal leven weet op te bouwen. Zij vertrekt met haar Laurent naar Canada.
De titel blijft dan wat onduidelijk: de letterlijke honger van het begin - van wie is die honger? - die terug zou moeten keren in het verhaal, maar dan in een andere vorm?? - zien we terug bij de minnares van Alexandre in Nice. Misschien moeten we het leven van Ethel zien als 'een leven met een vorm van honger', omdat na de dood van haar oudoom haar de liefde van ouders onthouden wordt: haar eigen ouders ruziën, haar eigen vader besteelt haar. Toch zou ik zelf deze titel niet kiezen, en vind ik het boek ook niet consistent.
Ik geef hier nog wat foto's van het waar gebeurde drama in Parijs, in het wielerstadion, met welke gruwelijke geschiedenis de auteur zijn verhaal ook beëindigt.
Ruim 13.000 Joden samengebracht in het Vel'd'Hiver, en later gedeporteerd naar de vernietigingskampen. 
Autobussen gebruikt om de Joden naar het stadion te brengen 
De Franse politie werkte samen met de  SS om de Joden op te pakken.
Jean-Marie Gustave le Clézio, auteur van dit boek, en Nobelprijswinnaar voor de literatuur in 2008.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten