donderdag 13 augustus 2015

Rosemary's Baby, Roman Polanski, 1968

Hoes
Leuk, dat Canvas deze zomer allemaal van die prachtige klassiekers uitzendt.
Ook deze film van Roman Polanski kende ik nog niet uit eigen ervaring. Ik weet natuurlijk nog wel hoe veel stof hij destijds deed opwaaien, en het zou best kunnen dat ik er toen - ik werd  in dat jaar 21 - te angstig voor was om naar te gaan kijken.
Maar intussen ben ik al lang oma, en prik wel door enge films heen. Dat is niet alléén dank zij mijn gevorderde leeftijd, het is ook omdat we als publiek intussen veel meer gewend zijn geraakt aan horror, ook aan psychologische horror, het soort film waar deze toe behoort.
Mia Farrow heeft de hoofdrol, en het is erg leuk om naar kleding en kapsel van deze actrice te kijken. Het is uiteraard erg gedateerd, maar toch is het nog goed te genieten.
Ook het verhaal is nog steeds  boeiend, al moet ik bekennen dat ik ook dat zelfs nog niet kende. Ik  verwarde het  met een andere film: The Exorcist, waarvan ik vroeger wel eens beelden heb gezien. Dat joeg me de stuipen op het lijf. - Maar dit is van een heel andere orde. 
Rosemary Woodhouse en haar man Guy betrekken een nieuw (oud) appartement. Ze hebben wat rare buren, en ook hoort Rosemary wel eens vreemde dingen door de dunne muren. De buren, de Castevets, Minnie en Roman, bemoeien zich met alles, en erger nog: ze palmen Guy in.
Een jonge vrouw die Rosemary net ontmoet heeft, inwonend bij de buren, pleegt zelfmoord. Het mooie sieraad met de stinkende tannis-root dat van haar was, is nu Rosemary.
Op een nacht heeft ze een droom waarvan ze al weet dat het geen droom is; ze wordt daarin bezeten door de duivel. De volgende morgen zit ze onder de krabben, en haar man zegt dat hij dat heeft gedaan, hij is met haar naar bed geweest toen ze sliep. (!)
Rosemary gaat naar de dokter, maar de Castevets verleiden haar een andere dokter te nemen, dokter Sapirstein. Die schrijft haar de kruidendrankjes van haar enge buurvrouw voor. Rosemary lijdt aan buikpijn en ziet er verschrikkelijk uit, kalkbleek en mager. Haar man heeft intussen eindelijk succes als acteur, zijn concurrent is plotseling geslagen met blindheid.
Heel langzaam komt Rosemary achter de waarheid: dat er hekserij in het spel is. Haar man wil haar kind offeren in ruil voor een mooie carrière, denkt ze. Maar ze staat helemaal alleen in die mening.
De baby wordt geboren, het is een jongetje. Rosemary wordt wijsgemaakt dat de baby dood is. Ze pikt het niet, en gaat op zoek. Ze komt bij de buren terecht, waar iedereen die we kennen bij elkaar is en bekent dat ze horen bij een satan-sekte. Ook haar eigen man, die hier inderdaad aan meedoet voor zijn carrière. Rosemary's baby is geen gewoon kind, maar een engerd, bij haar verwekt door de duivel. Ze wordt gemaand voor haar kind te zorgen, ze is toch de moeder. Na de eerste schrik loopt ze naar de wieg, we zien langzaam een glimlach op haar gezicht verschijnen, en zachtjes wiegt ze het bedje.
Einde film.
 
De film was zó succesrijk, dat hij in 2014....:
In 2014, Rosemary's Baby was deemed "culturally, historically, or aesthetically significant" by the Library of Congress and selected for preservation in the National Film Registry.[2]
De vieze kruidendrankjes waar Mia zo bleek van gaat zien. 
Grote donkere kringen rond haar ogen. 
De ketting met de stinkende kruiden
Op zoek naar het kind dat ze haar hebben afgenomen. 
Ik vond dit een prachtige poster: het is de originele Poolse poster bij de film. 
Na de liefdesnacht met de duivel.
Mooi plaatje, maar een kinderwagen kwam in de film niet voor. Wel een zwarte wieg met een omgekeerd kruis erboven. Eén enkele flits van het monster erin, met de vuurkooltjes-ogen. 
Op de vlucht, ze zoekt iemand die haar kan helpen. 
Dokter Sapirstein, die ook al naar tannis-root stinkt. 
De rare buurvrouw.
Trailer
De film maakt deel uit van de Apartment Trilogy, allemaal films over een appartement waar enge dingen gebeuren. In 1966 begon die trilogie met Repulsion, in 1976 besloot ze met The Tenant.
 
De film is gebaseerd op het boek met dezelfde titel van Ira Levin, 1967.
Ira Levin, schrijver van het boek.
Een jonge Roman Polanski.
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten