dinsdag 30 juni 2015

Rebecca - Alfred Hitchcock, 1940.

Een paar jaar na het boek van Daphne du Maurier kwam Hitchcock met zijn verfilming uit, onder dezelfde titel.
Hoofdrolspelers Laurence Olivier (Shakespeare-vertolker) en Joan Fontaine.
De film stelde zeker niet teleur, na het boek. Soms volgt hij het op de voet, zie bijvoorbeeld de beroemde eerste zin. De verfilming is mooi, Manderley is prachtig, de zee is mooi verfilmd, de kostuums en het huis zijn indrukwekkend. De ik-figuur wordt mooi vertolkt, Maxim, gespeeld door Sir Laurens Olivier vind ik hier en daar wat hard. Maar dat zal wel door de andere tijdsgeest komen, én Maxim is een beetje een botterik. Er zitten ook leuke Hitchcock-grapjes in: bijvoorbeeld de pukkel op de kin van Mrs. Danvers; soms worden er golven als emmers water over de rotsen gegooid.
Qua verhaal heeft Hitchcock het voor mij op een cruciaal punt aangepast: Maxim schiet Rebecca niet dood, zoals in het boek, maar ze valt neer op wat gereedschap, met een fatale afloop. Dat verklaart beter waarom Maxim ermee wegkomt.
 

Een bos bloemen is alles wat ze aan bruidsversiering krijgt. 
Een beetje niet leuk. 
Helemaal blij verkleed op weg naar het bal. 
Met haar werkgeefster Mrs. Von Hopper. 
Teleurgesteld retour na het afsnauwen door haar man. 
In deze film treedt hij nog niet zelf op. 
Er is maar één oplossing voor Mrs. Danvers: mee opgaan in de vlammen van Manderley
Manderley hier nog intact. 
Toch nog gelukkig samen? 

Danvers zit haar behoorlijk op de hielen, met d'r verhalen over Rebecca.
De hele film is hier nog eens te zien.
Interessant: de filmkeuring stond de moord van Maxim op Rebecca niet toe! Om dezelfde reden dat ik het raar vond.
Leuke recensie in The Guardian; de recensent legt juist de vinger op de plekken waar ik hem ook leg, maar anders: alsof Du Maurier een zwakke vrouw en een wat ploertige echtgenoot wilde afschilderen.
Wel leuk.
 

Napoleon de Grote, Andrew Roberts, 2015.

Ik hoorde van dit boek op de VPRO-radio, en door het verslag sprak het me meteen aan. Het lag misschien aan het enthousiasme van de verteller; maar het kan ook gelegen hebben aan het feit, dat Roberts Napoleon hier te boek heeft gesteld als een 'groot man'.
Dat is echt nieuw voor mij! Op de lagere school vroeger werd ons inderdaad geleerd dat Napoleon veel goeds tot stand had gebracht. Maar in later jaren werd dit beeld vervangen door dat van een dictator, een machtswellusteling, iemand die talloze soldaten de dood in had gejaagd, het gewaagd had het tegen Rusland op te nemen, en ga zo maar door. Niet iemand om als 'een groot man' te betitelen.
Omslag; Napoleon wordt hier weergegeven zoals hij te paard over de Alpen was getrokken om in Italië te vechten.
Corsica, waar Napoleon geboren werd, 15 augustus 1769. 
Ligging t.o.v. buurlanden; Genua regeerde over Corsica.
Dit standaardwerk van Roberts is vertaald door Roland Fagel en Claire Leo.
Roberts begint met een verantwoording van zijn bronnen.
Er zijn duizenden levensbeschrijvingen van Napoleon geschreven, maar vele zijn onbetrouwbaar; met deze mededeling begint Roberts zijn biografie van meer dan 900 pagina's. Er zijn biografen die twintig jaar na dato nog beweerden dat ze zich gesprekken met de keizer woordelijk konden herinneren, terwijl ze in de tijd zelf nooit enige aantekening hadden gemaakt. Roberts gebruikt heel veel bronnenmateriaal, waaronder ook dat van tijdgenoten, die wel al bij leven van Napoleon aantekeningen hadden gemaakt.
Roberts was ook de eerste die gebruik kon maken van de meer dan 33.000 brieven die van Napoleon bewaard zijn gebleven, en die onlangs zijn gepubliceerd. (In 2004, door de Fondation Napoléon in Parijs.) Ze vormen de grondslag van dit boek.
Andrew Roberts, historicus. Het boek is een bestseller 
We volgen het leven van Napoleon vanaf zijn geboorte op Corsica, tot aan zijn dood 52 jaar later op Sint Helena.
Zijn ouders behoorden tot de kleine adel op Corsica. Napoleon volgde een militaire opleiding in Frankrijk.
Het was de tijd van de Frans Revolutie; in 1789 regeren de Jakobijnen, die Koning Lodewijk XVI en zijn vrouw onthoofden. Napoleon sluit zich aan bij de partij van de Revolutie.
Hij is een geweldig militair, en op zijn 24e is hij al generaal. Hij behaalt een eerste grandioze overwinning in Toulon, in de Eerste Coalitie-oorlog.
Hij wordt daarna hoofd van het Italiëleger, waar hij een volgende reeks successen boekt in de oorlog daar. 1796-1797. Hij maakt indruk door zijn enorme werkvermogen. Hij wil alles weten wat van belang kan zijn, elk detail van het gebied, van bevoorrading, en: wat zijn soldaten denken. Hij heeft een zeer goed contact met hen. Deze dingen zal hij altijd blijven houden in zijn veldslagen.
Hij maakte als eerste gebruik van een stafchef. Hij gaf blijk van een meer dan uitstekend geheugen.
In Italië verslaat hij de Oostenrijkers. Onder andere de slag bij Lodi ontwikkelde zich tot een 'Napoleontische legende'.
In die tijd was Napoleon getrouwd met Joséphine de Beauharnais. Ze was een mooie vrouw (wel met zwarte stompjes van tanden) met veel relaties. In die tijd bedroog zij Napoleon, hij was haar wel trouw. Later in hun huwelijk werd het precies andersom.
Het was in deze eerste Italiaanse veldtochten dat Napoleons militaire filosofie en zijn militaire aanpak duidelijk aan de dag traden. Hij geloofde vooral in het aankweken en onderhouden van een sterke esprit de corps. Hij ontleende zijn inzichten deels aan zijn lectuur van de Geschiedschrijving van de Oudheid. Hij onderhield altijd contact met de soldaten, die hem bijna zonder uitzondering op handen droegen. In andere legers was zoiets ondenkbaar. Napoleon was charmant en grappig. Zijn militaire inspecties duurden soms uren, hij ondervroeg de mannen over kleding, verpleging en eten. Hij hield geweldige toespraken, die hij ook weer ontleende aan zijn lectuur van de Ouden. Hij was een bewonderaard van o.a. Caesar.
Joséphine de Beauharnais, Napoleons eerste echtgenote.
In 1797 publiceerde Napoleon de Grondwet van de nieuwe Cisalpijnse Republiek ('republiek aan deze kant van de Alpen'). Dat betekende een grote stap voorwaarts in de richting van een nationale Italiaanse identiteit. Napoleon liet enorme hoeveelheden kunstschatten naar Frankrijk brengen na zijn veroveringen.
In Parijs werd Talleyrand voor de eerste keer minister van buitenlandse zaken. Talleyrand was een buitengewoon sluwe vos; zoals Robert zegt, was hij 'briljant, lui, geraffineerd, bereisd, kreupel en wellustig.'Hij had meegewerkt aan de 'Declaration des Droits de l'Homme'. Jarenlang bewonderde Napoleon hem, maar uiteindelijk zou Talleyrand hem verraden.
In september 1797 vond er een coup plaats in Parijs. De royalisten en de gematigden moesten het veld ruimen voor betrouwbare republikeinen. Het Directoire was behoorlijk geradicaliseerd. Napoleon was buiten zichzelf van vreugde over deze ontwikkelingen. Wel verbleef hij zelf in Italië om vredesonderhandelingen met de Oostenrijkers te voeren (Campo Formio); deze duurden tot 1797. Hij voelde zich niet gesteund door het Directoire en kreeg daar zijn befaamde woede-uitbarstingen bij.
Hij begon zich steeds meer met de politiek te bemoeien, vooral met het thema Engeland: ons land moet de Engelse monarchie vernietigen.
Hij reist incognito naar Parijs, waar zijn verschijning een heuse sensatie verwekt. 'Ieders aandacht weten te wekken, en je tegelijkertijd gedragen alsof je je bescheiden terugtrekt, dat getuigt van talent.'
In december wordt hij tot lid gekozen van het Institut de France, toen al het meest vooraanstaande intellectuele instituut van Frankrijk. Hij maakte grote indruk onder andere op Goethe en Berlioz. Met vrouwen kon hij niet omgaan, Madame de Staël had dan ook een grote hekel aan hem.
Mme De Stael, beroemd om haar brieven. Had een hekel aan Napoleon.
Het Directoire gaf hem opdracht een leger naar Egypte te leiden; het gaf hem reden te ontsnappen aan Parijs. De ideologische achtergrond was, dat de Fransen hoopten de vrijheid te brengen (een revolutionair ideaal) aan een volk dat onderdrukt werd door Turken en Mammelukken (een militaire kaste die oorspronkelijk afkomstig was uit Georgië op de Kaukasus). Uiteraard gingen er ook imperialistische motieven onder schuil! En: Engeland een slag toe brengen, want Engeland was een aartsvijand voor Napoleon. Het viel me steeds meer op hoe bezeten hij ervan was dat land eronder te krijgen.
Napoleon nam een geweldige bibliotheek mee op reis. Zijn veldtocht moest ook een culturele en wetenschappelijke gebeurtenis van belang worden. Hij nam 'savants' mee.
Ze maakten een enorme tocht door de woestijn, en werden aangevallen door de Mammelukken. Prachtige, middeleeuws-kleurige verschijningen, die vooral indruk maakten met hun verschijning, maar niet zozeer waren opgewassen tegen het leger van Napoleon.
De dag na de veldslag rijdt Napoleon Caïro binnen, en schaft er het feodale stelsel af. Hij toonde respect tegen de Islam, maar al zijn vriendelijkheid weerhield Selim III er niet van de jihad af te kondigen tegen de Fransen in Egypte.
In al zijn oorlogsverslagen loog Napoleon er trouwens lustig op los: verliezen en winsten werden flink overdreven. Zo beweerde hij ergens dat 'het niet veel scheelde of men sprak over hem als een opvolger van Mohammed.' Wat we er serieus aan moeten nemen, is dat hij steun probeerde te verwerven onder de Egyptenaren.
Vanuit Caïro wilde hij met een vloot naar Korfu varen, maar op 1 augustus had admiraal Nelson zijn vloot tot zinken gebracht. Hij was nu afgesneden van Europa.
Hij opende het Institut d'Egypte, met een bibliotheek, laboratoria, negen werkplaatsen, een verzameling oudheden en een menagerie.
Zijn plan was terug te keren naar Frankrijk zodra Egypte veroverd was. Maar zoals gezegd, zijn schepen waren weg.
Toen hoorde hij dat de Turken van plan waren hem aan te vallen.  Meer dan 2500 rebellen verloren het leven, er werden opgepakte rebellen onthoofd, hun lijken werden in de Nijl geworpen. Dit hield het volk een tijdje rustig.
Wel dreigde hij door te stoten naar Akko als ze opstandig bleven, en dat zou dan ook gebeuren.
Hij hoopte daar, alsook in  Haifa en Jaffa, de Engelsen de toegang tot die havens te ontzeggen.
Politiek gezien ging deze strijd ook nog eens tegen de Russen, omdat Tsaar Paul I alles haatte waar de Franse Revolutie voor stond. De Tsaar maakte gemene zaak met Turkije.
Intussen droomde Napoleon ook van doorstoten naar India, om dat land te bevrijden van het juk van de Engelsen.
Napoleon viel het Heilige Land binnen. Bij het doortrekken van de Sinaï-woestijn kreeg hij te maken met tekorten aan water en voedsel. Hij verdreef de Mammelukken uit Gaza-stad. In Jaffa wordt Napoleons boodschapper onthoofd en zijn hoofd wordt op de stadsmuur tentoongesteld. Napoleon behandelt zijn krijgsgevangenen op zijn beurt uiterst hardvochtig. Duizenden worden neergeschoten, hun enige ontsnappingskans was de zee in te springen. Daar werden ze alsnog doodgeschoten. De wraak was uiteraard ook weer navenant.
In Jaffa raken de Fransen door het plunderen en verkrachten van de bevolking besmet door de pest.
Tegen Akko ondernam Napoleon niet minder dan negen grote en drie kleine aanvallen.
Hij brengt de nacht door in Nazareth.
Sir Sydney Smith voorziet hem daar van een paar Europese kranten, waarin Napoleon kan lezen dat hij een groot deel van zijn winsten daar weer verloren heeft: o.a. de Cisalpijnse Republiek is ingestort.
Napoleon geeft het beleg rond Akko op,  en trekt zich terug. Dit was de eerste serieuze tegenslag in zijn leven. Hij paste de tactiek van de verschroeide aarde toe bij zijn terugtocht door het Heilige Land. De talloze zieke (pest) soldaten in Jaffa konden de woestijn niet door, men diende hen overdoses laudanum (opium) toe.
Toen kwam weer de mars door de woestijn naar Caïro, waar Napoleon op 14 juni terugkeerde.
Hij liet daar zijn leger in de steek, ging alleen terug naar Europa. Zijn  opvolger in Egypte, Kléber, zei daarover: 'Die kloothommel heeft ons laten barsten met zijn broek vol stront. Zodra we weer in Europa zijn, smeren we hem dat op zijn smoel.'
Ik kwam erachter dat ik in 2011 een mooie tentoonstelling gemist had!
Volgens Roberts was het geen lafheid van Napoleon, het had geen zin om daar te blijven, er waren ernstiger zaken te doen; bovendien was de Middellandse Zee zeer gevaarlijk, vol met Engelsen.
De manschappen konden pas in 1802 terug.
Napoleons grote verworvenheden met zijn Egypte-avontuur lagen op het terrein van wetenschap, cultuur en kunst. Het boek Description de l'Egypte was daarvan de belangrijke getuige.
In het hoofdstuk Brumaire wordt de staatsgreep beschreven die Napoleon pleegde, en die hem tot consul van Frankrijk maakte. De staatsgreep verlipe zonder bloedvergieten. Brumaire was de naam van een bepaalde tijdsperiode, in die tijd waren de gewone namen van maanden afgezworen.
 
Napoleon voorzag de Fransen van een Grondwet. Er was een einde gekomen aan de Revolutie. Hij stelde het Conseil d'Etat in, het Corps Legislatif en het Tribunaat. Hij stuurde vredesvoorstellen aan keizer Frans van Oostenrijk en George III van Engeland. Hij bond een groep getalenteerde ambtenaren aan zijn regering.
Het Consulaat bestreed struikrovers op het platteland, waarmee ze zich zeer populair maakte. De gendarmerie werd ingesteld. er werd een eind gemaakt aan de zichtbare symbolen van de revolutie, Monsieur en Madame vervingen citoyen en citoyenne. Aristocraten, landeigenaren, koningsgezinden en priesters mochten terugkeren, die door de Revolutie het land uit waren gevlucht. De opstandelingen (chouans) in de Vendée konden ook op algehele amnestie rekenen.
Wel stelde hij censuur in, hij duldde geen krant met een andere mening. Zo'n 60 van de 73 werden er opgedoekt.
Er bleven lokaal gekozen raden bestaan, maar die hadden en louter adviserende rol en kwamen maar twee maal per jaar bijeen.
Staatsfunctionarissen kregen een gedegen opleiding.
De schatkist moest weer worden gevuld met het oog op aanstaande veldslagen. In 1800 opende de Banque de France zijn deuren, met de Eerste Consul als eerste aandeelhouder.
Napoleon verhuisde van het Palais de Luxembourg naar de Tuillerieën; daar hield hij een hof, vergelijkbaar met dat van de onthoofde Bourbons.
Parijs moest weer het centrum van vermaak worden dat het was vóór de Revolutie. Luxe-artikelen kwamen weer in trek.
 
Napoleon bereidde zich voor op de volgende confrontatie met de Oostenrijkers. Dit staat in het hoofdstuk Marengo.
Roberts doet tamelijk precies verslag van het verloop van de diverse veldslagen. Dit laat ik over aan de geïnteresseerde lezers zelf. Vast staat, dat hij een eclatante overwinning op de Oostenrijkers behaalde bij Marengo. Dit lukte 'door een perfecte samenwerking tot stand te brengen tussen infanterie, cavalerie en artillerie.' Roberts erkent echter ook, dat 'puur geluk'  in Napoleons loopbaan een grote rol heeft gespeeld.
 
Napoleon nam een sceptische houding aan tegenover het christendom. Sinds de Revolutie was het christendom verboden, maar onder Napoleon keerde het weer terug. Hij zag er het sociale nut wel van in, het 'mysterie van de maatschappelijke orde'. En: 'Het idee van God is heel bruikbaar om de orde te handhaven, de mensen op het rechte spoor te houden en ze te behoeden voor criminaliteit.' Hij onderhandelde met het Vaticaan voor herstel van de betrekkingen (het Concordaat). Dit Concordaat was impopulair bij het leger. Napoleon hield er de eretitel 'Hersteller van de Godsdienst' aan over.
Er kwam een ambitieus stelsel van wetswijzigingen. De 42 Franse wetboeken werden samengevoegd tot één enkel rechtssysteem. Het Projet de Code Civil; het kreeg de naam Code Napoléon. In de kern vormt het een compromis tussen het Romeinse recht en het gewoonterecht. In 1804 werd het hele stelsel van kracht.
Hij stelde een gestandaardiseerde munt in, oppervlaktematen, maakte het Frans tot de enig toegestane taal in het onderwijs en in officiële documenten.
Hij stichtte lycées, in 1808 een Keizerlijke Universiteit. Zijn grote rolmodel bleef Julius Caesar.
 
Napoleon verbeterde de Frans-Russische betrekkingen door de Russen het eiland Malta te schenken. Wel werd het eiland vrij snel weer teruggepakt door de Engelsen, maar de band tussen Fransen en Russen was en bleef verbeterd.
In Parijs werd een aanslag op zijn leven gepleegd, waaraan Napoleon ontsnapte. Er waren verschillende moordcomplotten.
De Vrede van Lunéville werd getekend (met Oostenrijk); in 1801 kwam er een nog belangwekkender vredesverdrag in zicht: met Engeland.
Maar toen werd Tsaar Paul I vermoord, een klap voor Napoleon; hij werd opgevolgd door de voor Napoleon raadselachtige Alexander I.
Tsaar Alexander I; Napoleon kon niet geloven dat de gevoelens van vriendschap verdwenen waren.
Napoleon vreesde dat Alexander en de Russische adel (doorgaans pro-Brits) nu zouden trachten om Rusland terug te laten treden uit de door Paul I opgerichte Tweede Coalitie van Gewapende Neutraliteit.
Napoleon moest ook nog altijd zijn leger uit Egypte ontzetten.
Napoleon wist een uiterst gunstig vredesverdrag af te sluiten, dat het land zijn gehele koloniale rijke teruggaf, in ruil voor enkele gebieden die het land toch al had moeten opgeven.
Vervolgens sloot Napoleon een vriendschapsverdrag met Beieren (1801).
Toen lag er een oorlog op de loer in Saint-Domingue, het huidige Tahiti. Hier kwam suiker en koffie vandaan van de slavenplantages. Er waren al zes jaar grote slavenopstanden gaande, die verwoestende gevolgen had voor de handel met  Bordeaux, Nantes en Le Havre. De Jakobijnen hadden in 1793 de slavenhandel afgeschaft. Maar Napoleon wilde de oude inkomsten weer terug. Hij stuurde Leclerc erheen met een leger, en het doel de slavernij weer in te voeren.
Leclercs (een dictator) leger bleek evenwel niet bestand tegen malaria en gele koorts. Er was een tekort aan voorraden en er braken infectieziekten uit.
Napoleon voerde de slavenhandel opnieuw in. Engeland nam maatregelen dat de slavenopstand niet zou overslaan naar hun koloniën. Zij zelf schaften de slavernij pas in 1834 af.
De strijd op Saint-Domingue was meedogenloos, zelfs een gaskamer aan boord van een schip werd gebouwd om 400 slaven tegelijk te vergassen.
Later erkende Napoleon de zaak als een dwaasheid van zijn kant. Hij had met de zwarte leiders moeten onderhandelen, zei hij. In 1812 was hij ervan overtuigd dat kolonies geen eeuwig bezit waren.
 
Napoleon stelde zijn hele familie aan in dienst van Frankrijk. Hij had een oudste broer Joseph, verder zijn jongere broers Louis, Lucien en de jongste, Jerome. Hij had drie zussen, Elisa, Pauline en Caroline.
Hij had wel meer last dan plezier van hen. Hij vond ook wel, dat ze zich allemaal moesten gedragen zoals hij het wilde; ze moesten ook trouwen met wie  zei dat het moest.
In 1802 werd het vredesverdrag met Engeland gesloten in Amiens. Ook Spanje en de Bataafse Republiek waren mede-ondertekenaars.
Het belang van het verdrag was niet zozeer wat er wel, als wat er niet vermeld stond. Zo zweeg het akkoord over de handel. Doordat er geen handelsverdrag gekoppeld was aan het politieke, keerde de Engelse handel zich tegen het verdrag. Engeland kreeg gewoon geen toegang in Frankrijk, de Bataafse Republiek, Spanje, Genua en later ook Etrurië! Napoleon wilde invoerrechten gaan heffen op Engelse goederen. Franse handelaren kregen zo een heel gunstige positie. Over het algemeen waren de Fransen verrukt van dit verdrag.
Vele Britten trokken naar Parijs om Napoleon te zien. Men was gefascineerde door de man, vond hem charmant. Die bewondering van vele Britten bleef tot aan de slag bij Waterloo. Ook togen omgekeerd Fransen naar Engeland. Over en weer werd ook gespioneerd natuurlijk.
Napoleon werd uitgeroepen tot Eerste Consul voor het Leven.
In 1801 stegen de voedselprijzen door een slechte oogst.
Napoleon maakte intussen ook de dienst uit in Zwitserland, maar de Engelsen erkenden zijn gezag hier niet.
Al met al verschafte de Vrede van Amiens Napoleon een adempauze.
In vergelijking met de industriële ontwikkeling in Engeland bleef die in Frankrijk achter. Door de beschermende handelsmaatregelen ging het mis tussen Frankrijk en zijn satelliet-staten, Frankrijk kwam er altijd het beste vanaf.
In Engeland werd in de kranten wel openlijk gesproken over bijvoorbeeld het vermoorden van Napoleon, de vrijheid van meningsuiting werd daar door de grondwet gewaarborgd. Er verschenen tal van spotprenten van hem.
Napoleon vermoedde al dat de vrede van Amiens wel eens  niet van lange duur kon zijn. In 1802 was hij weer volkomen anglofoob.
In Engeland worden weer gelden vrijgemaakt voor oorlogsvoorraden. Er komt een eisenpakket van Engeland. Op 18 mei 1803 verklaart Engeland aan Frankrijk de oorlog.
Napoleon verkoopt Louisiana aan Amerika.
 
Napoleon brengt een heel leger in gereedheid om te vechten tegen Engeland. Hij had tevoren veel werk laten verrichten aan kanalen, die Holland, Nantes Antwerpen enzovoorts met elkaar verbonden.
Het waren een ontelbare hoeveelheid kleine zeilbootjes die hij wilde gebruiken om het Kanaal over te steken en in Engeland te landen. Zijn fantasie stond mijlenver van de realiteit af, Napoleon wist niets van het vechten ter zee. De Engelsen waren hem daarin verre de baas, en zouden dat ook altijd blijven.
Hij laat D'Enghien terechtstellen, in de veronderstelling dat die mede een aanslag op hem wilde plegen. Pichegru pleegt zelfmoord. (Het complot van Cadoudal.)
Napoleon besluit zichzelf tot keizer te kronen.
 
Dan volgen er toch weer nieuwe oorlogen, de slag bij Austerlitz is aanstaande. Het Engeland-leger dat Napoleon klaar had staan bij de kust van Het Kanaal marcheert van west naar oost door het noorden van Frankrijk naar  Oostenrijk.  Bij Austerlitz boekt hij een geweldige overwinning op het coalitieleger van Oostenrijkers en Russen.
De weduwe van elke gesneuvelde soldaat van bij Austerlitz krijgt een levenslang pensioen.
Francois Gérard, Napoleon bij de Slag bij Austerlitz 
In 1806 maakt Napoleon de grootste blunder als staatsman, zegt Roberts: hij bood zijn broer Joseph de troon van Napels aan. Zijn broer Louis werd Napoleon van Holland. Maar zijn broers waren nagenoeg incompetent, het bezorgde hem in de nabije toekomst alleen maar een hoop problemen.
Napoleon gaf trouwens ook blijk van racisme: hij verbood de joden rente  te trekken. De Banque de France deed dat natuurlijk zelf ook! Eerder had hij nooit dergelijke tekenen van vijandschap tegen de Joden gegeven. Maar gelukkig kwam hij hier ook weer op terug, door te praten met de mensen van het Groot Sanhedrin. Toen werd het Joodse geloof een van de drie officiële godsdiensten in Frankrijk.
Een zeker antisemitisme bleef bestaan, vooral bij de legerleiding. Helaas was dat toen 'gewoon'.
In Jena werd een veldslag uitgevoerd in 1806, Napoleon won, maar hij had niet de hoofdmacht, maar slechts  de achterhoede verslagen. De strijd was tegen de Pruisen en de Zweden.
 
De Fransen veroverden bijna geheel Pruisen, inclusief Berlijn. Wel kwamen de Russen op hen af.
Het leger van Napoleon bestond uit verschillende nationaliteiten, waaronder Polen. Polen was van de kaart geveegd bij de drie Poolse delingen van 1772, 1793 en 1795 tussen Pruisen, Oostenrijk en Rusland. In tegenstelling tot deze landen moedigde Napoleon het natiegevoel van de Polen aan. Dat wekte bij hen de verwachting dat hij hun natie weer zou herstellen. Napoleon trok hier op om ten strijde te trekken tegen de Russen. Zijn gedachten bleven bij de Engelsen, die hij als een bedreiging bleef voelen voor de Franse belangen. Het Continentale Stelsel moest met alle geweld aan heel Europa worden opgelegd om Engeland eronder te krijgen.
Von Bennigson (Rus) vertrok uit Warschau, Murat trok er binnen. De Keurvorst van Saksen, Frederik Augustus, verbrak zijn bondgenootschap met de Pruisen en trad tot de Rijnbond (Napoleon) toe.
Op Kerstmis 1806 streed Napoleon tegen Von Bennigson; in Tilsit werd een overwinning geboekt door Napoleon. De soldaten waren er slecht aan toe, velen pleegden zelfmoord.
In januari 1807 ontmoette Napoleon de Poolse gravin Marie Colonna-Walewska. Zij werd een belangrijke minnares van Napoleon.
Slag bij Eylau; Napoleon wint. Maar de verliezen aan beide kanten zijn torenhoog. De veldslagen eisten steeds meer levens op, de legers werden groter en ze duurden langer.
 
Napoleon brengt Beierse en Poolse soldaten op de been, om met hem te vechten tegen de Pruisen en de Russen. De tegenpartij, Rusland en Pruisen, nodigden Groot-Brittannië, Zweden, Oostenrijk en Denemarken uit zich bij hen aan te sluiten. De slag bij Friedland wordt geleverd. De tsaar wil vredesonderhandelingen, die ook gehouden worden tussen de tsaar en Napoleon op een vlot in Tilsit, midden de rivier. Het zou Europa indelen in twee invloedssferen, een Franse en een Russische.
Het paviljoen op een vlot in de rivier, Tilsit, Napoleon en Tsaar Alexander. 
Napoleon schiep ook een nieuwe, keizerlijke hiërarchie. die kwam in plaats van de oude adel en was gebaseerd op verdienste voor de staat. Hoge legerofficieren stonden aan de top, verder burgemeesters, geleerden, en dragers van het Legion d'Honneur.
Teken van het  Legion d'Honneur, ingesteld door Napoleon
Hij verbeterde de financiën. Hij voerde allerlei vormen van vermaak opnieuw in vormen van pracht en praal ontleend aan de Zonnekoning, om het volk eerbied in te boezemen.
Op het schiereiland Iberia veroverde hij eerst Portugal, daarna Spanje. Het Spaanse Koningshuis was door en door corrupt, decadent en potsierlijk. Murat bezet Madrid in 1808. De Fransen houden er vreselijk huis, de beelden zullen vereeuwigd worden door Goya, o.a. op het schilder El tres de Mayo, waar enkele rebellerende boeren gefusilleerd worden.
Het aangrijpende schilderij van Goya, El tres de Mayo (1808). Spanje viert nog elk jaar de overwinning van de onafhankelijkheidsoorlog tegen de Fransen.
Een van Napoleons oogmerken was geweest, de Spaanse vloot in handen te krijgen, om zijn droom: invasie in Engeland, te kunnen verwezenlijken. Joseph. Napoleons oudste broer, wordt koning. Overal is opstand tegen de Fransen, er is een grote guerrilla-oorlog gaande .
Tsaar Alexander en Napoleon spreken verder over de opdeling van Europa, maar worden het niet eens.
Napoleon trekt naar Madrid, en hoort dat de Engelsen in Salamanca zijn aangeland, onder leiding van Sir John Moore.
Al bij al sneuvelen er in Spanje zo'n kwart miljoen Franse soldaten. Napoleon had ze beter elders in kunnen zetten. De Spanjaarden brachten meer soldaten om dan alle andere nationaliteiten bij elkaar.
Slag bij Wagram, Napoleon wint. Vredesonderhandelingen met Oostenrijk, Frans I, om een eind te maken aan de 5e Coalitie-oorlog.
Verdrag van Schönbrunn, 1810.
Napoleon denkt op zijn veertigste na over zijn opvolging, hij heeft geen (wettige) kinderen. Hij scheidt nogal meedogenloos van Joséphine (met wie hij, na de beginperikelen, een goede vertrouwensband had), en huwt de 18-jarige dochter van de koning van Oostenrijk. Marie-Louise. Zo hoopt hij dat Oostenrijk binnen zijn invloedssfeer blijft.
Marie-Louise van Oostenrijk, met haar zoon Napoleon II
Marie-Louise schenkt hem na een jaar een zoon, de Koning van Rome, Napoleon II.
De relatie met Alexander van Rusland verslechtert.
24 juni 1812 steekt Napoleon de rivier de Njemen over.
Volgens bronnen had hij helemaal niet de bedoeling Rusland te veroveren. zelfs niet om Polen her- op te richten. Zijn doel was het vredesverdrag (Tilsit) te laten ondertekenen zoals dat afgesproken was.
Barclay de Tolly; lokte Napoleon steeds dieper Rusland in, en paste de tactiek van de verschroeide aarde toe.  
De sluwe Barclay de Tolly, die de leiding van het Russische leger had, in plaats van Bagration, lokte Napoleon Rusland in. Steeds verder. Daarbij pasten ze de tactiek van de verschroeide aarde toe, alle voorraden, eten, gewassen, alles werd verbrand, zodat de Grande Armée, zo ver van huis, helemaal niets had om zich mee te kleden en te voeden. Zelfs Moskou werd in brand gestoken.
In het leger breekt vlektyfus uit: veroorzaakt door ontberingen, vermoeidheid, maar vooral door luizen. Dat laatste wist men toen nog niet. Deze luizen nestelen zich op ongewassen lijven in de plooien va vieze kleren. Een goede hygiëne is onontbeerlijk, maar die ontbrak natuurlijk in die omstandigheden.
De Russen lieten zich nergens zien om er eens op aan te vallen.
2 september 1812 hoort hij, dat Wellington een beslissende slag bij Salamanca heeft gewonnen. In oktober was hij alweer verdreven uit Madrid, en zat Joseph, de oudste broer daar weer op de troon.
Slag bij Borodino, tegen Koetoezov. Napoleon wint, maar het is niet de beslissende overwinning tegen de Russen die hij nodig heeft.
Borodino 1812 – Op 7 september vindt bij Borodino de grootste slag plaats van de Napoleontische Oorlogen. Napoleon zei over deze slag: ‘Van alle 50 slagen die ik gevochten heb, was de meest verschrikkelijke de slag bij Borodino’. Het Franse Grand Armée valt, onder leiding van Napoleon, het Russische leger van generaal Mikhail Kutuzov aan. Bij de slag, die op één dag plaatsvindt, zijn meer dan 250.000 troepen betrokken, waarvan er meer dan 70.000 sneuvelen.
 
Na de intocht in Moskou werd de stad door de Russen zelf in brand gestoken. Napoleon beschikte niet eens over brandweer. Hij aarzelde te lang om zich uit stad en land terug te trekken.
13 oktober viel de eerste sneeuw, lichtjes; 4 november was er de eerste zware sneeuwval. 7 november daalde de temperatuur naar dertig graden onder nul.14 december is het leger terug de Njemen over.
 
Napoleon keert terug naar Parijs, en brengt gelijk weer een nieuw leger op de been. Het volk is onderhand uitgeput en oorlogsmoe, toch lukt het hem een leger op de been te brengen en weer te gaan vechten. 1813, slag bij Erfurt. Napoleon verliest. Hij moet al zijn veroveringen van de laatste jaren weer inleveren.
 
In augustus 1813 verklaart Oostenrijk de oorlog aan Frankrijk. (Dat doet zijn schoonvader dus!)
Slag bij Dresden; slag bij Leipzig. Een half miljoen soldaten vocht in Leipzig 'de Volkerenslag' uit: de grootste veldslag in de Europese geschiedenis tot dat moment: Fransen, Duitsers (aan beide kanten), Russen, Zweden, Italianen, Polen, elke nationaliteit binnen het Oostenrijkse keizerrijk, en zelfs een Britse eenheid.
Napoleon besluit zich terug te trekken.
 
De omvang van de geallieerde strijdkrachten was doorslaggevend. Bovendien waren de Fransen oorlogsmoe; er zaten maar 4 maanden tussen het Russische avontuur en dit!
Veldtocht van 1814: o.a. bij Laon, stuk ten oosten van Parijs, de Champagne. Verovering van Reims. De geallieerden trekken Parijs binnen en worden met gejuich onthaald. Marmont verraadt Napoleon, deze moet troonsafstand doen.
 
Napoleon doet een zelfmoordpoging, maar zijn arts laat hem houtskool slikken waardoor hij moet braken.
Napoleon vertrekt naar Elba, waar hij nog steeds keizer is. Hij vaardigt allerlei besluiten uit, om  allerlei aspecten van het eilandleven te regelen.
Intussen probeert hij te ontsnappen, wat hem na tien maanden ook lukt.
Hij maakt een spectaculaire terugtocht naar Parijs. Hij neemt opnieuw het leger voor zich in.
In 1814 sterft Joséphine.
 
Slag bij Waterloo, 1815. Het einde van Napoleons bewind, de Engelsen en hun bondgenoten (Pruisen bijvoorbeeld) onder Wellington verslaan hem.
Slag bij Waterloo, Jan Willem Pieneman, Rijksmuseum
Napoleon wordt door de Engelsen verbannen naar St.Helena. Ver weg in de Atlantische Oceaan. Een eiland dat beroemd is om zijn gezonde klimaat. Maar het huis waar Napoleon komt te wonen, Longwood ligt 360 dagen per jaar onder een dik wolkendek. Het wemelt er van de muggen en ratten. Napoleon is er erg eenzaam en ongelukkig, ook al omdat hij een vreselijke cipier heeft, Lowe, die hem het leven alleen maar extra zuur maakt. Die man heeft ook geen enkel idee van de intellectuele behoeften van Napoleon. Er is een jong meisje met wie hij een goed contact heeft; een enkel lichtpuntje in een somber bestaan. . Hij dicteert hier zijn memoires en wordt zeer ernstig ziek. Zelfs dat wordt niet serieus genoeg genomen, men noemt hem een hypochonder.
Na 5½ jaar sterft Napoleon. Onderzoek heeft uitgewezen: aan maagkanker. Kanker zat in de familie. Het verhaal dat hij een verhoogde dosis arsenicum in zijn haren zou hebben, en dus vergiftigd zou zijn, gaat niet op: bij tijdgenoten zijn soms nog veel hogere doses arsenicum in haarmonsters gevonden.
Longwood, waar Napoleon woonde op St.Helena. Het werd door de termieten opgevreten, en later herbouwd.  
St.Helena, een vulkaaneiland
Roberts gaat in zijn Conclusie uitvoerig in op de vraag, waarom hij Napoleon 'groot'  noemt.
Het is de grondlegger van het moderne Frankrijk. Hij verrichtte uitzonderlijke prestaties als veldheer. Hij was zeer moedig, kon feilloos afstanden inschatten, timede perfect. Hij vernieuwde de manier van oorlog voeren. Een lacune was  zijn inzicht in de strijd ter zee.
Hij bouwde bewust voort op de verworvenheden van de Franse Revolutie. De Code Napoleon vormt vandaag de dag nog steeds de grondslag van het Europese rechtssysteem. Als een kruisvaarder wilde hij de verworvenheden van de revolutie verbreiden.
Interessant: een discussie tussen Zamoyski, Roberts en gespreksleider Paxman over de vraag of Napoleon wel of niet het epitheton 'De Grote' verdient.
(Zamoyski schreef het eveneens zeer boeiende boek 1812)

zondag 28 juni 2015

Rebecca; Daphne du Maurier, 1938 (1979 Nederlandse vertaling).

Opnieuw bijzonder om een boek te herlezen dat ik al sinds mijn jeugd ken! Het stond bij mijn ouders in de boekenkast, ik las het als jong meisje. De reden om het te herlezen was dat de film met dezelfde naam (gemaakt door Hitchcock) weer eens uitgezonden werd. Die heb ik nog op de recorder staan, nu ik het boek uit heb, mag ik de film ook zien.
Ik zal ook daarover schrijven, straks.
Engelse editie
Ik was het verhaal eerlijk gezegd een beetje vergeten, maar al lezende kwamen er toch wel weer belangrijke verwikkelingen terug.
Ook was het deze keer een beetje een cultuurschok om het te lezen. Het is tegelijkertijd een ongelooflijk traag boek, én het is razend spannend.
Verder vond ik het maar vreemde trekjes vertonen; bijvoorbeeld zoals de hoofdpersoon zichzelf ziet, en voortdurend omlaag haalt. Dat doet hier en daar wel heel erg ouderwets aan, uit een tijd dat niemand nog van assertiviteit gehoord had. Ik merk nu trouwens bij mijzelf op, dat ik niet eens weet wat de voornaam van de vertelster, de ik-figuur is, tevens hoofdpersoon. Ja, dat ze de tweede Mevrouw De Winter is.....
Een jonge Daphne du Maurier. Ze leefde van 1907 tot 1989.
Uiteindelijk komt de waarheid in het boek niet aan het licht. Dat  er een moord gewoon geaccepteerd word, werkt ook nogal bevreemdend.
Het verhaal kan kort verteld worden: gezelschapsdame van de snobistische Amerikaanse mevrouw Van Hopper ontmoet de weduwnaar Maxim de Winter en trouwt nogal hals over kop met hem. Ze trekt met hem in op zijn landgoed (hoe dat beheerd en bewoond wordt laat ook een bepaald tijdsbeeld zien, met de vele bedienden en de rare overvloed bij de maaltijden). Op elke mogelijke manier beschrijft de ik-figuur haar eigen onhandigheid, onwetendheid en linksheid. Mevrouw Danvers zwaait in wezen de scepter in het grote huis, en al gauw komt de ik-figuur erachter dat de vorige Mevrouw De Winter nog erg levend is in ieders gedachten. 'Ik' vergelijkt zichzelf voortdurend met haar en voelt zich tekortschieten.
In de illusie van dit 'droombeeld' komen gaten te vallen als onze heldin stukje bij beetje te weten komt dat die Rebecca zo'n lieverdje niet was. En wat erger is: het verhaal van haar verdrinking blijkt niet te kloppen, haar eigen lieve Maxim heeft zijn eerste vrouw doodgeschoten en in de kajuit van haar zeilscheepje opgesloten, voordat hij het tot zinken bracht.
De schrijfster op latere leeftijd.
Die waarheid komt niet aan het licht, ik zei het al. Er wordt integendeel uit alle macht bewezen dat de moord een zelfmoord was, omdat Rebecca ongeneeslijk ziek was. Ondanks de moeite van de onaangename neef, die wéét dat het geen zelfmoord was. Met hem had Rebecca een verhouding.  Maar zijn onsympathieke uitstraling is genoeg om Maxim te laten winnen.
Mevrouw Danvers en Rebecca waren twee handen op één buik. Als de ik en Maxim in de nacht naar huis rijden, zien ze dat het mooie Manderley in de fik staat. Vanaf dan leiden ze een zwervend bestaan, van hotel naar hotel. Gelukkig samen, dat wel.

Héél leuk om zo'n ouderwets boek nog eens te lezen! Juist met die gekke dingen erbij, het blijft een bijzonder boek. Ik ben benieuwd naar de film. (Heb ik trouwens ook al eens gezien, ik zal het merken.)
Het begin van de roman; langdradig, en toch pakt het je.
In DIT ARTIKEL lezen we, hoe Rebecca voor Du Maurier zelf een studie in jaloezie was. Het gaat om haarzelf, hoe ze zich voelde tegenover de eerste verloofde van haar man.
In ditzelfde artikel vertelt haar zoon, hoe beide mevrouwen De Winter delen van het karakter van Du Maurier weerspiegelen: zowel verlegen, als goed in bijvoorbeeld zeilen, en in sociaal gedrag; alles waar ze in het boek zo jaloers op is..

Het is even de vraag wie nu eigenlijk de hoofdpersoon van het boek is: de ik-figuur zonder naam? Rebecca? Of het prachtige grote landhuis, met alle schoonheid van zee, bossen en tuinen eromheen?
Misschien maakt die combinatie het boek ook wel zo mooi.
Uit dit web van verlegenheid breekt de heldin tenslotte wel los; hoe meer er van de waarheid over Rebecca onthuld wordt, hoe zelfverzekerder ze wordt.
Hier een kort gesprekje met haar zoon, over het huis dat Daphnes moeder kocht, bij een rivier. Het doet erg denken aan het huisje van Rebecca, bij de zee, waar ze stiekem haar lovers ontmoette.
Opvallend vond ik de invloed die Du Maurier volgens haar zoon heeft ondergaan van de gezusters Brontë. Ik zeg dit, omdat het verhaal Rebecca trekken heeft van Jane Eyre. (Met daarin ook een landgoed (Thornfield Hall), de hoofdpersoon als tweede echtgenote, het landhuis dat in vlammen opgaat.)
Een laatste opmerking moet ik nog maken over het boek Terugkeer naar Manderley; het is geschreven door Sally Beauman. en vertelt het verhaal van Rebecca zelf.
Het lokt mij niet aan.
 




dinsdag 23 juni 2015

Toevoeging aan: Opstand der horden.

Ik wilde nog even nazien of ik een plaatje van Dr. Johan Brouwer kon toevoegen aan mijn blog over De opstand der horden.... En wat blijkt: Johan Brouwer was een uiterst interessante man! Zie bijvoorbeeld DIT ARTIKEL, of anders gewoon WIKIPEDIA.
Brouwer had al geen gewoon leven, omdat hij samen met zijn broer een moord pleegde op jonge leeftijd. Dit doet onmiddellijk aan Gerrit Achterberg denken, al zijn de omstandigheden hier heel anders dan bij onze grote dichter. Voor zijn misdaad zat Brouwer acht jaar gevangen. Daarna veranderde hij zijn leven, en bestudeerde hij  o.a. de Spaanse mystiek. Daarop promoveerde hij ook.
Hij bracht een deel van zijn leven door in Spanje, ook ten tijde van de  Spaanse Burgeroorlog. In de strijd koos hij partij tegen Franco. Hij keerde terug naar Nederland, en volgde in 1941 aan de Universiteit van Amsterdam dr. J.A. van Praag op (die ontslagen werd omdat hij Joods was) als hoogleraar Spaanse taal en letterkunde. De NSB zette een hetze tegen hem op, en Brouwers boeken werden verboden door de Duitsers. Hij raakte betrokken bij het verzetswerk, en pleegde samen met anderen in 1943 de bekende aanslag op het Bevolkingsregister aan de Plantage Middenlaan.  Gerrit Jan van der Veen was hier onder anderen ook bij betrokken. Vermomd als politie-agenten drongen twaalf mannen het gebouw binnen en bliezen het op. Als vergelding werden zij de Duitsers geëxecuteerd.
Dr. Johan Brouwer 
Herdenkingsteken voor hen die meededen aan de aanslag.
 
Brouwer was een belangrijk vertaler, maar schreef zelf ook. Bijvoorbeeld het  boek Johanna de Waanzinnige; de Pschychologie der Spaanschen Mystiek; en Kronieken van Spaanschen Soldaten uit het begin van de Tachtigjarige Oorlog.
Ik ben helemaal gegrepen door de ontdekking van deze man, en ook van zijn geschriften! Een deel (de romans) schreef  hij onder pseudoniem. Ik doe hier zeker verslag als ik meer van hem gelezen heb. En hij boeit me daarom ook, omdat zijn 'geautoriseerde vertaling'  van Ortega zo uitstekend is. (Vaak is dat 'geautoriseerd' een teken dat de vertaling veel te vrij is. Bij Brouwer niet!)
 
Oh ja: hij schreef ook leerboeken Spaans, en Spaanse woordenboeken. Die zullen inmiddels wel wat verouderd zijn. Toch leuk!
 
En dan vond ik nog dit in DE GIDS: een verslag van een bezoek van Brouwer aan Unamuno! Ik herkende het pleintje....
Woning van Unamuno aan het pleintje van Monterrey, Salamanca. Onze reis, eind mei 2015.
Ja, de wereld is klein....

maandag 22 juni 2015

De Opstand der Horden, José Ortega y Gasset. 1937.

Dit jaar verscheen de eerste integrale Nederlandse editie van het beroemde boek La Rebelión de las Masas, van José Ortega y Gasseet. Inleiding, vertaling en annotaties zijn van Diederik Boomsma; de  nabeschouwing is van Mario Vargas Llosa.
Vertaler    en                   schrijver van de nabeschouwing
José Ortega y Gasset
De uitgever Lemniscaat schrijft het volgende bij het nieuwe boek:
 

Soms worden er literaire meesterwerken herontdekt zoals Stoner. Soms worden er baanbrekende denkers herontdekt zoals Tocqueville. Soms worden er filosofen herontdekt die ronduit visionair zijn. Zo iemand is José Ortega y Gasset. Opgegroeid in een Spanje van uitersten, tussen reactionaire royalisten en dogmatische marxisten. Van beiden moet hij weinig hebben. Een dwars denker, een geëngageerd filosoof en vooral een democraat die de grenzen van de democratie durft te verkennen. Boeiend, intrigerend, confronterend.
In zijn hoofdwerk De opstand van de massamens (1930) doordenkt Ortega in welke richting onze democratische maatschappij zich zou kunnen ontwikkelen. Hij ziet een groeiende rol van de massacultuur, een overwaardering van de overheid, een falende elite en een bevolking die vooral tevreden is met zichzelf. Ortega's analyse laat zich lezen alsof zij gisteren geschreven is. Hij is zich ervan bewust dat de rol van de negentiende-eeuwse elite is uitgespeeld. Maar wie of wat kan de beschaving dan in goede banen leiden? Dat vraagt om een wedergeboorte van de filosofie en een nieuwe elite van mensen, van welke rang of stand ook, die zich in dienst stellen van een groter ideaal. Niet denkend in rechten, maar in plichten. Niet zelfgenoegzaam, maar alert. Niet dogmatisch, maar vormend.

Natuurlijk kende ik het boek van de titel, al had ik het nooit gelezen. Hoezeer de nieuwe uitgave me ook aantrok, ik besloot toch eerst maar eens te beginnen met een antiquarische uitgave via Boekwinkeltjes, met de aloude titel: De opstand der horden.
Oude uitgave; geautoriseerde vertaling van Dr. Johan Brouwer; 1933 (1947). 
Nieuwe uitgave, andere titel, andere vertaler. 2015.
Verslag van een discussie-bijeenkomst in De Balie, met de vertaler.
 
Het is een boeiend boek. Ortega betoogt, dat er een grote verandering sinds de 19e eeuw heeft plaats gevonden. De mensheid is nog nooit zo levenskrachtig en vooral nog nooit zo talrijk geweest als sinds die tijd. De keerzijde van deze getalsmatige en veel levenskrachtiger mensheid is, dat overal veel meer mensen zijn verschenen, hij noemt theaters, de wachtkamers van artsen, stranden etcetera; het is dringen geblazen. het erge is, dat de elite verdwenen is. En elk mens in de massacultuur wil zijn eigen baas zijn, en duldt niemand meer boven zich. Brouwer gebruikt voor elite de term 'uitgelezen minderheden', ook wel 'uitmuntende minderheden'. De hordemens laat zich door niemand meer iets gezeggen, hij vindt dat hij evenveel recht heeft op zijn mening - lees: op zijn gelijk. Volgens Orttega is dat onterecht, sommige waarheden worden met moeite verkregen.   Ieder mens zou moeten erkennen dat hij niet altijd de beste mening erop nahoudt.
Ortega bedoelt geenszins onontwikkelde mensen met de massamens. Iets voorbij het midden van deel één legt hij zelfs uit, dat de massamens dikwijls wetenschappelijk specialist is. Hij weet op een beperkt terrein erg veel. Maar hij denkt door zijn ontwikkeling dat hij op elk vlak wat te zeggen heeft, ook waar hij beter eens zou kunnen luisteren.
Hij haalt Einstein aan, die een bijzondere plaats inneemt onder de wetenschappers, omdat hij behalve de natuurkunde ook filosofie gestudeerd heeft.
Ortega beschrijft de hordemens vooral als een verwend kind, die meteen zijn behoeften bevredigd wil zien, en nooit ergens het gevoel van een plicht heeft. Hij stelt 'edel leven' tegenover 'vulgair leven', oftewel 'inspanning' tegenover 'slapheid'.
Ortega behoort tot de cultuurpessimisten, waartoe ook Oswald Spengler behoorde, met zijn Untergang des Abendlandes; ook Leonard Huizinga met In de schaduwen van Morgen hoort bij deze categorie.
Ortega heeft een afkeer van Amerika, dat hij het land bij uitstek vindt waar de barbaarsheid heerst. Hij vindt dat Europa zich moet verenigen om een buffer te vormen tegen Amerika. Heel precies geformuleerd ziet hij het grootste gevaar van de hordemens in zowel het fascisme als in het communisme.
Hoewel Ortega heel helder schrijft, vind ik het moeilijk om hem samen te vatten. Filosofie is een echt vak, en ik beheers dat vak niet. Als ik sommige commentaren lees, dan haal ik daaruit ook weer de kritiek op Ortega. Hij was natuurlijk ook een kind van zijn tijd. Over het algemeen wordt aangenomen dat hij zich vergiste met zijn minachtende kijk op Amerika. 
 
Ik heb het boek met veel plezier gelezen, en heb in Spanje de Spaanstalige versie gekocht. Zo kwam ik erachter dat mijn antiquarische boekje slechts de helft van het verhaal geeft. Er is dus nog steeds reden de nieuwe uitgave van Lemiscaat te kopen.
Ik ben nu af en toe ook één of meer pagina's in het Spaans aan het lezen, samen met de Nederlandse vertaling. Het is voor mij een leuke manier om het Spaans te oefenen. Daaruit blijkt trouwens dat die meneer Brouwer wel goed vertalen kon! ;-) 
 
Achter deze link: Beschouwing en samenvatting van het boek gaat een hele goede samenvatting schuil. Ik las hier onder andere, dat Ortega dit boek voor het eerst publiceerde als een reeks artikelen in een Madrileense krant. Dat verklaart waarom er zoveel herhalingen in voorkomen, Ortega verklaart haast in elk hoofdstuk opnieuw wat eraan vooraf is gegaan.
Voor wie (net als ik) houdt van Paul Scheffer, leze HIER een recensie van zijn hand uit 1997. 
Paul Scheffer
Interessant vond ik wat Ortega schreef over wat een staat tot een staat, en een volk tot een volk maakt. Niet wat mensen aan gemeenschappelijke historie hebben bepaalt wat hen bindt, maar veeleer wat ze gezamenlijk hebben (of zien) als hun toekomst. Er moet een idee zijn dat boven hen uitgaat, en waarvoor zij willen leven; waarvoor zij ook iets over hebben.

woensdag 17 juni 2015

De Gierzwaluw, Remco Daalder, 2014.

Het boekje
Een verdomd leuk boekje, beloond met de Jan Wolkersprijs. Stadsecoloog Remco Daalder beschrijft in 3 delen van elk rond de 14 stukjes doen en laten van de gierzwaluw.
Kreeg de Jan Wolkers-prijs
Wij kenden de gierzwaluw al, boven ons vorige huis (Julianastraat) vlogen ze 's zomers elke avond boven huis en tuin, tot ons grote genoegen. Waar we nu wonen, zien we ze lang niet meer zo vaak. Maar onder de vogels bleef het één van onze lievelingen. Een leuk cadeautje dus, dit boekje voor Ton zijn 69e verjaardag. Een heerlijk boekje om vóór het slapen steeds een stukje in te lezen. 
De gierzwaluw, met zijn abnormaal lange vleugels.
Ze doen 'alles' in de lucht, van eten (bek open voor de insecten), tot paren (een seconde of wat per keer) en zelfs slapen! Het zijn trekvogels, en ze zitten niet met een omweggetje meer of minder: komt er een onweersbui aan, dan wijken ze rustig 'even' uit naar Engeland!
Schrijver en stadsecoloog, Remco Daalder.
Het boekje is met de nodige humor beschreven, met iemand die duidelijk vol liefde zit voor deze dieren. Ik vond het ook heel leuk om te lezen hoeveel er in Nederland gedaan wordt om deze vogels te beschermen. Er worden nestkasten gebouwd, alsook muren met speciale nestholtes. Het is verboden nesten te verwoesten, hoewel daar helaas nog wel eens wat misgaat. Dan belanden oude daken vol met jonge vogels in de afvalbak. Men spreekt dan rustig over 'ongedierte'!
Hier een beeld van de 'bangers', de pubers die steeds op het nest aanvliegen; om te 'treiteren'.  
Er zitten een paar hele leuke weetjes in dit boek: bijvoorbeeld dat als de gierzwaluwen terugkeren, de oudere mannetjes eerst het nest opzoeken, en daar alvast op gaan zitten. Ze turen dan gewoon naar buiten, en wachten tot het vrouwtje verschijnt! Jongere vogels houden zich dan schreeuwend buiten op, die zijn nog niet aan de eieren toe.
Zo kan een nest buiten er dus uitzien. 
Het mooiste verhaal bewaart Daalder voor het laatst: sinds de vogels in de lucht ook op de radar gevolgd kunnen worden, weten we dat  hele groepen zich 's nachts boven het IJsselmeer ophouden! Echt wolken vol! Jammer dat we dat zelf nooit kunnen waarnemen.
Een van de vele filmpjes op YouTube.
En of het zo moest zijn, werd onze vakantie dit jaar de reis van de gierzwaluwen: boven de Plaza Mayor in Salamanca, boven elk straatje, boven kathedralen, langs en over het aquaduct in Segovia, waar ook maar: overal zagen en hoorden we deze vogels, in groten getale. Het maakte een heel groot deel van het plezier van onze reis uit!
Daar gaan ze: boven Salamanca!