zondag 12 oktober 2014

Canto Ostinato, Simeon ten Holt, uitgevoerd door Sandra en Jeroen van Veen, zondag 12/110/14 Purmaryn Purmerend

Ten Holt (1923 - 2012), een Nederlands componist, componeerde Canto Ostinato tussen 1973 en 1976. De naam wordt vaak vertaald als Koppig Lied, maar dat is feitelijk onjuist: de muzikale term ostinato betekent kort muzikaal motief.
Wij hebben de cd's al enige jaren in de kast staan. En met genoegen beluisterd. Broer Frans had de cassette met 3 cd's ooit gekregen van een zakenrelatie, en Frans zag er zelf niets in. Ton kende het werk toen al, en was helemaal verguld toen hij het meteen mee naar huis mocht nemen.
Minimalistische muziek: steeds wordt hetzelfde thema herhaald, en gaat heel geleidelijk over in een ander.
De muziek werd naar mijn gevoel pas echt een hype met de dood van Ten Holt in 2012. Overal hoorde je het bekende motief, de Verlosser was weer eens op aarde neergedaald. Zó heb ik het zelf trouwens nooit ervaren, maar ik ken anderen die er wel zo over dachten.
Vandaag werd er een ligconcert uitgevoerd in de Purmaryn. Liefhebbers konden voor een speciale prijs op hun matje en onder hun deken op het podium liggen, en zo van heel dichtbij genieten van de uitvoering. De pianisten, het echtpaar Sandra en Jeroen van Veen, doen deze vorm van optreden al sinds 2012.
Het werd een heuse voddenbaal, daar half in het donker op het podium. Het leidde me wat af van de muziek, waar ik me natuurlijk gemakkelijk aan kon onttrekken door mijn ogen te sluiten; en dat deed ik dan ook. Maar dan miste ik het lichtspel, want tegelijk met het pianospel was er licht, niet echt een licht-show, maar zeg maar een soort 'ambi-light'. Waar Philips ooit tv's mee trachtte te verkopen. Dus de liggende mens lag beurtelings in het zwart, geel, groen, bauw of rood.
Dat rood - als ik me maar weer op het scherm achterop het toneel concentreerde - viel samen met een mooie volle pianoklank: dat wat we bij het zingen de borststem noemen. Dat vond ik lekker klinken, en passen bij dat rood. Toen ik dat doorhad wachtte ik op nog meer rood. Maar dat kwam toen niet meer.
Simeon ten Holt
Ik ben nooit een echte fan van Ten Holt geweest. Misschien is het muziek die je meer met het verstand dan met het gevoel beluistert. Het viel me wel op, dat ik niet afdwaalde met mijn gedachten, zoals ik eerlijk gezegd wel doe met welk ander concert dan ook. (Niet goed, weet ik wel, maar het gebeurt!) Niet zo bij Ten Holt: dreigde ik weg te dromen, dan riep enige minimale verandering in de muziek me vanzelf weer bij de les.
Ik zelf zou nooit op het ;podium gaan liggen. Ik zag mensen met hun arm over elkaar heen. Nog net geen lepeltjes-houding. Ik denk dan toch dat ik een beetje slaapkamergewoonten zie. Of ik zie dat mensen het niet volhouden, zo lang stil liggen. En gaan woelen, hun dekentje herschikken, zich omdraaien, even rechtop gaan zitten. Misschien in lotushouding gaan zitten, of op hun buik gaan liggen met de handen onder de kin, ogenrichting pianisten. Of lui die het juist de volle anderhalf uur lang roerloos wél volhouden. En terwijl die canto maar verder timmert of tikt of vloeit, en de ambi-lichtshow idem dito, liggen zij aan het einde nog altijd net zo als ze begonnen aan het begin.
Ik voor mij, ik val in mijn stoel niet in slaap, maar ik gaap wel veel. Mijn aandacht houd ik  ook wat bij mijn zakdoek die ik bij de hand houd voor die verkoudheid die me hindert maar toch niet echt doorbreekt. En ik houd in de gaten of de tijd vliegt of juist niet.
Foto die ongeveer weergeeft zoals het er vanmiddag uitzag: de pianisten in het wit, de liggers eromheen, in de kleuren van het podium.
Zo was het ongeveer. Naast me had ik een echte fan, die wel oprecht genoten heeft. Die verrukt was van een akkoord dat 'niet oploste'. Die zag hoe de pianisten elkaar knikjes gaven om aan te geven dat het motief moest veranderen. (Klopt. Dat zag ik ook elke keer. Na het knikje gingen ze nog enkele maten door, en dan kwam de verandering.) Die tevreden was over dit concert. Wat ik in alle eerlijkheid niet beamen kon. Ik vond het toch een beetje een mode-ding.
Heel druk was het niet, in de Purmaryn. Op het podium schat ik 30 à 35 mensen; in de (grote) zaal was alleen de helft van de helft bezet: 60, 75 mensen? 
De juffrouw had bij het binnenkomen zelfs onze kaarten niet gecontroleerd.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten