donderdag 19 juni 2014

Het taaie ongerief - Theo Thijssen 1962 (1932)


Met Henny maakten we van het voorjaar een wandeling o.a. door de Jordaan, en stuitten toen bij toeval op het Theo Thijssen-museum. Het is gevestigd op de begane grond van de Eerste Leliedwarsstraat nummer 16, het geboortehuis van The Thijssen. In de buurt zijn onder andere de Westerkerk en het Anne Frankmuseum.
Ik vond dit zo'n leuke ontdekking, dat ik gelijk Vriend geworden ben. :-) 
 
De vlag hangt uit als het museum open is.

Zicht op de Westertoren  
Vlakbij 
Er staat een hele rij voor het Anne Frankhuis deze zondag. Ook vlakbij.
Op de Lindengracht bij de hoek met de Brouwersgracht: Beeldje Theo Thijssen
Theo Thijssenschool 
Theo Thijssen (met snor) als Tweede kamerlid voor de SDAP  
Portret Thijssen. Was verder o.a. vakbondsman en esperantist. 
Uitgave
Het taaie ongerief  gaat over allerlei vervelende ervaringen die Thijssen in zijn jeugd heeft meegemaakt met kleding. Thijssen leefde van 1879 tot 1943, en zijn ouders waren arm. Zijn vader stierf al jong, hetgeen we kunnen lezen in Kees de jongen. Daarna had zijn moeder het als 'weduwvrouw' helemaal erg moeilijk, met vijf jonge kinderen. Thijssen schrijft dit boek op latere leeftijd, als hij al geen last meer heeft van die oude armoede. Maar de verhalen uit zijn jeugd zijn erg, en heel aandoenlijk! Bijvoorbeeld het verhaal van de stijve (als planken!) hemden die hij en zijn broer Henk gekregen hebben, en die nog te groot zijn ook. Ze zitten zo opgevouwen in zijn broek, dat ze niet alleen rare bobbels veroorzaken, maar bovendien blaren veroorzaken op zijn gat. Hij schaamt zich diep, dat zijn moeder moet kijken, 'dáár....'  Gelukkig gooit ze die rot hemden meteen weg als ze ziet wat er gebeurd is. Of het verhaal, dat hij een versleten kraag met zeepsop en een tandenborstel te lijf gaat (menend dat de kraag niet versleten, maar vet is), en dan bij het concert merkt dat de damp van zijn kraag afslaat. iedereen heeft het erover, denkt hij. Of de keer dat zijn vader meisjeslaarzen (zijn vader was schoenmaker die schoenen op maat maakte; een dergelijke nering zagen we nu nog in de Jordaan!) over had (niet goed passend gemaakt voor een klant), en dat Theo die maar op moest dragen. Wat een schaamte voor hem! Ten slotte het verhaal dat zijn moeder een broek maakte met maar één zak! Dat kón toch niet, voor een jongen!
Ik schoot bij het lezen telkens in de lach, omdat Thijssen hier hetzelfde doet als in Kees de jongen: hij geeft steeds onomwonden zijn gedachten erbij, wat erg komisch werkt.
Terug redenerend leefde Thijssen als kind in de tijd die ook besproken wordt in Koninkrijk vol sloppen. Weliswaar niet in een slop, maar wel met velen in een klein huisje. De armoede was echt groot, wat een verschil met de overvloed die wij kennen! De angst voor het verslijten van kleren, schoenen, hoeden en petten!
Het boek verscheen in 1932. Thijssen verwerkte er ook herinneringen van zijn Kweekschooltijd in, plus de eerste jaren van zijn huwelijk. Zijn alter ego heet Joop van Santen.
Prachtig, toch, die dikke pret?

'Het natuurlijk vermogen van de mens is lief te hebben.' -  Van iemand met zo'n motto moet je wel houden!

 
 
 


 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten