maandag 31 maart 2014

Russisch orthodoxe muziek


We zingen dit jaar Russisch met ons Waterlands Kamerkoor. Prachtige liederen, de meeste liggen goed in het gehoor. Maar sommige zijn wat lastiger. Er komen nog aankondigingen van waar en wanneer we optreden. In elk geval op zondag 18 mei aanstaande, voor bezoekers van de Hermitage, in de kerkzaal aldaar.
Zaterdag jongstleden hielden we een workshop onder leiding van de Russische Tatiana Lina. Zij is zangeres, dirigente, en actrice. Het was leuk om via haar wat meer toegang te krijgen tot de wat moeilijker stukken.
 
 
Tatiana Lina
A wondrous birth (Stránnoye Rozhdestvó vídevshe), van Georgi Vasiljevitsj Sviridov was het eerste lied dat zij dichter bij ons bracht. (Al is het lied ook zonder iets van de tekst te snappen al prachtig!)
Sviridov dacht veel na over het lot der mensheid. Hoe bestaat het, vroeg hij zich af, dat een mooi wezen als de mens, zo lelijk kan zijn?
Over die vraag gaat A wondrous Birth. Je zou verwachten dat het over de geboorte van Christus ging, maar dat is het niet alléén. Wel is Christus natuurlijk de mens bij uitstek. Sviridov spreekt over de mens als wonderbaarlijk wezen.
De eerste regel van het lied maant tot inkeer. De tweede tot actie: ben je ingekeerd, omarm dan het heelal in jezelf. Dan voel je rust. 
We zongen de beginregels met deze betekenis in ons achterhoofd, Tatiana dirigeerde. Het werd een totaal ander geluid, zó kalm hadden we dit nog nooit gezongen. Midden in de regel: 'smirén nïy, chello vék'  laste ze een pauze in die eigenlijk in de muziek niet vermeld stond. 'Chello vek'  betekent 'nederig mens'. Maar  wel een mens met zo'n juweel  ('umstra') van binnen - het juweel van het innerlijk heelal. Omarm dat heelal in jezelf, kleine mens.
Aan het werk met ons.
Het Alleluja dat volgt, vertolkt als het ware de Russische ziel, met 'zuchten' van heel klein naar heel groot. Het begint pianissimo, gaat naar piano, en dan via forte tot fortissimo: het maakt de adem van het heelal voelbaar. Bij de tweede ronde alleluja's is die adem al veel groter, met een zonnestraal erbij ten slotte héél groot: de wondrous birth van de titel heeft plaats. De bassen geven er vanaf maat 45 een diepte-dimensie bij. In maat 65 gaat het alleluja zo hard alsof een carillonspeler uit alle macht zijn klokken laat klinken.... Niet Ik in de wereld, maar de wereld in mij.
De hele gestalte van de dirigente drukte uit wat ze ons leerde, de inkeer naar de stilte, het ontzag voor het juweel van binnen dat we moeten omhelzen.

Ik werd er stil van.
 
Op YouTube verklankt dit koor het zo; ook in een langzaam tempo:
Sviridov, A wondrous Birth
 
Vervolgens hielden we ons bezig met drie heilige hymnen van Alfred Schnittke.
Het eerste was het Weesgegroet, het Bogoroditsje D'evo.
Schnittke was een zeer religieus mens, al werd hij pas op latere leeftijd officieel katholiek.
Opmerkelijk is zijn uitspraak: 'In iedere kerk krijg ik het gevoel van de aanwezigheid van de mensen uit de eeuwen vóór mij.' Hij hóórt al die stemmen, en maakt dat voor ons in zijn Ave Maria hoorbaar. Volgens Tatiana verklaart dat de vele dissonanten in het Bogoroditsje: de mensen zongen vroeger anders. Luister daar aandachtig naar, want in de kerk zijn al die stemmen er nog steeds, laag over laag. Het is in de religie steeds: geven en nemen om alle stemmen aan bod te laten komen.
Het gaf mij een manier om anders te luisteren naar dit stuk. Ik had er aanvankelijke moeite mee, vond het niet mooi. Gek genoeg vind ik dat nu wel.
 
Zo vond ik het op YouTube:
 
Het Bogoroditsje en het Gospodi er meteen achteraan. 
De derde heilige hymne, het Gospodi, is zeer betekenisvol voor de Russen: het is hun favoriete gebed. De biecht wordt erin uitgesproken, 'vergeef me'. De Russen zijn vervuld van zonde-besef. Het Gospodi is hun gebed vóór ze de kerk betreden, hun gebed voor momenten van hoop, maar ook dat van hun wensen.
In de laatste maten zijn progressie-akkoorden te horen, en elk akkoord drukt iets anders uit: hoop -  wrijving, misschien een oordeel - dramatiek - enzovoorts.
Schnittke is in zijn religie zeer intiem, hij staat als mens alleen tegenover God, met heel die regenboog aan emoties.
 
Het derde stuk van Schnittke was het Otche Nach, het Onze Vader.
Relatief hebben we hier de minste aandacht aan besteed. Ik herkende er niets in van mijn persoonlijke Onzevader. De tijd ontbrak om hier dieper op in te gaan. Tatiana haalde de volgende tekst aan van Schnittke: 'Schmerz' (welk woord is een goed Nederlands equivalent?) wordt scherper als we de kerk binnengaan. Er is voortdurend een onzichtbare oorlog gaande tussen engelen en duivels, goed en kwaad, licht en donker. De mens is het meest kwetsbaar na een bezoek aan de kerk. Hij heeft nieuwe kracht opgedaan, maar verliest daarbij aan waakzaamheid. De kerk is een som van zorgen en rust, twee tegenkrachten.'
Tatiana hoort in dit Otche Nach die voortdurende spanning: tussen rust en spanning, licht en donker. Dit geheel van spanning leidt uiteindelijk tot rust en hoop.
Lekker workshoppen 
De laatste liederen die we behandelden zijn twee van de vijf Koersk-liederen van Sviridov. Het zijn allemaal zeer vrouwelijke volks-liederen.
Groene Eikje bezingt de lente.
In Oj gorje, gorje bezingt een moeder het afscheid van haar dochter die gaat trouwen. Dat is een ongeluk, want haar jeugd is ze met haar huwelijk kwijt. Nu is ze nog mooi, haar witte schoonheid (zwaantje) straalt. Maar met het kind in de wieg  wachten haar hard werken en weinig vreugde. Alleen de opvoeding geeft nog wel geluk. Maar nu haalt ze haar vlecht los - beeld van haar jeugd - om haar haar onder een doek te verbergen. Het lied is melancholisch van toon.
Het toppunt van ellende volgt dan in Da koepiely Wanieka. Wanjka die een zeis kocht, niet om het gras van zijn eigen vrouw, maar dat van zijn buurvrouw te maaien. Het is een lied om naar hartelust  te schelden op de bedriegende echtgenoot, de vele sisklanken onderstrepen dit. Zelfs de mannen zijn kwaad op die Wanjka. 
 
 
Hier het eerste lied uit Koersk, Groene eikje.
 
 
 
 

 
 

 

 

 
 
 

 
 

2 opmerkingen: