zondag 9 februari 2014

Zuidland - P.F. Thomése 1991

Ik zelf heb een uitgave in de serie AKO Literatuurprijs; ander voorblad


Aanstaande maandag begin ik met een schrijfworkshop bij de HOVO, onder leiding van P.F. Thomese.
Verleden jaar had ik een heel goede ervaring op dezelfde plek met Kristien Hemmerechts, een goede reden om mijzelf weer wat bij te scholen bij een ander.
Ik kende Thomése alleen van naam. Voor mijn verjaardag kreeg ik Schaduwkind, zie elders in dit blog. Verder leek het me een goed idee om Zuidland van hem te lezen. Daarmee won hij in 1991 de AKO literatuurprijs. Thomése was toen debutant, en moest concurreren met de biografie Mijnheer Gezelle, van Michel van der Plas. In het juryrapport staat, dat Thomése de prijs kreeg, vanwege zijn 'literaire bezinning op de vraag naar de betekenis van de dood in het leven.' Bovendien had niemand van de andere mededingers zo'n 'zorgvuldigheid in stijl.'
In die tijd meende Thomése nog, dat autobiografisch schrijven uit den boze was; hij heeft daar Connie Palmen nogal op aangevallen. Zoals ik bij Schaduwkind al schreef is hij van dat standpunt later afgestapt.
Ondanks het prachtige juryrapport raakte ikzelf niet gemakkelijk geboeid door dit boek. Ik lees het nu pas voor het eerst, misschien was ik .enthousiaster geweest als ik het destijds 'fris van de lever'  gelezen had. Wellicht was het een verademing in de stroom van autobiografische literatuur.
NU had ik er juist last van dat hij een verhaal zo duidelijk op een afstand plaatste. Ik had er moeite mee de figuren, ja zelfs het verhaal duidelijk voor me te zien.
Zuidland bevat drie verhalen: Leviathan, Zuidland en Boven aarde. Ze spelen zich allemaal in een andere tijd af, Leviathan bijvoorbeeld in de tijd van de Hervorming.
Dit zegt Thomése zelf op zijn website erover:

Zuidland [verhalen | 1990]
In Zuidland beschrijft P.F. Thomése de ongewenste lotsbestemmingen van enkele vergeten figuren uit de vaderlandse geschiedenis. Jacob Roggeveen, de ontdekkingsreiziger die tegen zijn zin uitzeilde naar het Zuidland, de tweederangs dichter Janus Dousa, die denkende aan Latijnse verzen een walvis op het strand vindt, de stervende 'hertog' van Ripperda en zijn lijfarts, een beeldenstormer-met-berouw en zijn gebochelde zoontje - allen dromen zij van de waarheid, maar als ze dichtbij komen, merken ze dat die onverdraaglijk is.

Onder DEZE LINK kun je lezen naar welke Bijbelboeken het eerste verhaal verwijst. Daar staat ook een goede samenvatting van Leviathan, het eerste verhaal..

Onder de link Jacob_Roggeveen valt te lezen wie deze man was in de geschiedenis. Dit is kort samengevat het verhaal: 
Het Zuidland is Terra Australis. Arend Roggeveen, de vader van Jakob, is er bezeten van. De ziekelijke zoon Jan ook, die er alles over bestudeerd heeft, maar er zelf er niet heen kan. De vader zelf is keurmeester van koffie en specerijen, maar vaart nooit verder dan Nederland zelf via de trekvaart.
Jacob zal de droom van vader moeten inlossen, maar doet juist alles om eraan te ontsnappen. Hij gaat godgeleerdheid studeren, en hoopt iets groots te vinden in het leven dat hem richting geeft.
Als vader sterft, mist hij hem, en wil zijn nagedachtenis in ere houden. Juist de richting die papa gaf, en waarvan hij zich wilde bevrijden, neemt hij dan toch over. Zo denkt hij zin te kunnen geven aan de dood.
Tenslotte vaart hij uit, voor zijn vader. Maar voor hem betekende het niets. Hij  komt om, zonder het Zuidland te hebben gevonden.
In Boven aarde is de lijfarts van de zogenaamde hertog van Ripperda de hoofdpersoon. Lees onder Johan Willem Ripperda over de historische figuur.
Samenvatting: de hertog ligt in het Hollandse huis in Tunis op zijn sterfbed, verpleegd door zijn lijfarts Foucault. Ripperda heeft een hele reputatie, zowel als liefhebber van jonge knapen, als van favoriet van de koning van Spanje.Zelfs nu hij hier ligt te sterven, gaan er nog allerlei verhalen over hem rond over waar hij zich allemaal zou bevinden op de werteld.
Foucault is aan zijn meester gehecht. Hij heeft zelf ook een heel verleden, o.a. als gevangene/arts in het bagno. Daar had hij te maken met vele lijken in het ziekenzaaltje, die hij door luchtgaten verwijderde. Zwermen vliegen bleven toen achter, die zich nestelden in de zieken.
Foucault is altijd van onbesproken gedrag gebleven, gewijd als hij zich had aan de wetenschap.
Wel komt hij nog altijd in de verleiding, bijvoorbeeld als Ripperda bezocht wordt door jonge knapen.Zijn leven lijkt doelloos.Hij ontvlucht tenslotte de dood bij het sterfbed, en komt in een lustoord terecht. Op een binnenplaats zitten weer de verontrustende vliegen op rottend vuil. In het trappenhuis komt hij naast een monnik te zitten. Ze durven niet meer terug, in al die ellende zitten ze samen maar wat  te giechelen. Einde.

In alle verhalen speelt de dood een grote rol, God, en de zin van het leven.God wordt ergens gelijkgesteld aan de dood. De zin van het leven lijkt er niet te zijn, al jagen de mensen wel zoiets na.

Zo ziet Thomése er nu wel ongeveer uit

Geen opmerkingen:

Een reactie posten